German

Detailed Translations for Kosten from German to Dutch

kosten:


Synonyms for "kosten":


Wiktionary Translations for kosten:

kosten
verb
  1. -
kosten
verb
  1. voor een bepaalde prijs te koop zijn
  2. vergen
  3. optellen tot een bepaald bedrag
  4. onderzoeken hoe iets smaakt

Cross Translation:
FromToVia
kosten kosten cost — to incur a charge, a price
kosten proeven taste — to sample the flavor of something
kosten proeven try — to taste, sample, etc
kosten kosten coutervaloir tel ou tel prix d’achat.
kosten kosten coûtervaloir tel ou tel prix d’achat.

Kosten:

Kosten [der ~] nom

  1. der Kosten (Gebührenerhebung; Gebühr; Steuer; Einfuhrzoll; Taxe)
    de kosten; de belasting; de heffing; de leges
  2. der Kosten (Ehrerbietung erweisen; Preis; Aufwendung; Gewinn)
    de prijs; het eerbewijs
  3. der Kosten (Gewinn; Preis)
    de prijs
    – beloning voor de winnaar 1
    • prijs [de ~] nom
      • Jan haalde de eerste prijs bij de wedstrijd1
  4. der Kosten
    de kosten

Translation Matrix for Kosten:

NounRelated TranslationsOther Translations
belasting Einfuhrzoll; Gebühr; Gebührenerhebung; Kosten; Steuer; Taxe Abgabe; Auslastung; Gebühr; Steuer; Taxe
eerbewijs Aufwendung; Ehrerbietung erweisen; Gewinn; Kosten; Preis
gewonnen prijs Gewinn; Kosten; Preis
heffing Einfuhrzoll; Gebühr; Gebührenerhebung; Kosten; Steuer; Taxe
kosten Einfuhrzoll; Gebühr; Gebührenerhebung; Kosten; Steuer; Taxe Auslagen; Spesen; Unkosten
leges Einfuhrzoll; Gebühr; Gebührenerhebung; Kosten; Steuer; Taxe
prijs Aufwendung; Ehrerbietung erweisen; Gewinn; Kosten; Preis Preis
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
prijs Preis

Synonyms for "Kosten":


Wiktionary Translations for Kosten:


Cross Translation:
FromToVia
Kosten kost cost — amount of money, time, etc.
Kosten kost coût — Ce qu’une chose coûte
Kosten kosten dépens — Ce qu’on dépense

kosen:

kosen verbe (kose, kosst, kost, koste, kostet, gekost)

  1. kosen (schmusen; kuscheln; knuddeln; streicheln; liebkosen)
    knuffelen; liefkozen
    • knuffelen verbe (knuffel, knuffelt, knuffelde, knuffelden, geknuffeld)
    • liefkozen verbe (liefkoos, liefkoost, liefkoosde, liefkoosden, geliefkoosd)
  2. kosen (liebkosen)
    kozen
    • kozen verbe (koos, koost, koosde, koosden, gekoosd)
  3. kosen (prickeln; erregen; aufwinden; )
    opwinden; opwekken; prikkelen; stimuleren
    • opwinden verbe (wind op, windt op, wond op, wonden op, opgewonden)
    • opwekken verbe (wek op, wekt op, wekte op, wekten op, opgewekt)
    • prikkelen verbe (prikkel, prikkelt, prikkelde, prikkelden, geprikkeld)
    • stimuleren verbe (stimuleer, stimuleert, stimuleerde, stimuleerden, gestimuleerd)

Conjugations for kosen:

Präsens
  1. kose
  2. kosst
  3. kost
  4. kosen
  5. kost
  6. kosen
Imperfekt
  1. koste
  2. kostest
  3. koste
  4. kosten
  5. kostet
  6. kosten
Perfekt
  1. habe gekost
  2. hast gekost
  3. hat gekost
  4. haben gekost
  5. habt gekost
  6. haben gekost
1. Konjunktiv [1]
  1. kose
  2. kosest
  3. kose
  4. kosen
  5. koset
  6. kosen
2. Konjunktiv
  1. koste
  2. kostest
  3. koste
  4. kosten
  5. kostet
  6. kosten
Futur 1
  1. werde kosen
  2. wirst kosen
  3. wird kosen
  4. werden kosen
  5. werdet kosen
  6. werden kosen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde kosen
  2. würdest kosen
  3. würde kosen
  4. würden kosen
  5. würdet kosen
  6. würden kosen
Diverses
  1. kos!
  2. kost!
  3. kosen Sie!
  4. gekost
  5. kosend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for kosen:

NounRelated TranslationsOther Translations
opwekken Anstiften
stimuleren Anbauen; Anfeuern; Animieren; Anregen; Anreizen; Anspornen; Anstoßen; Antreiben; Ermutigen; Fördern; Kultivieren
VerbRelated TranslationsOther Translations
knuffelen knuddeln; kosen; kuscheln; liebkosen; schmusen; streicheln
kozen kosen; liebkosen
liefkozen knuddeln; kosen; kuscheln; liebkosen; schmusen; streicheln Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben
opwekken anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren aktivieren; ankurbeln; anregen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; beleben; ermuntern; ermutigen; hervorrufen; neu beleben; neubeleben; reanimieren; reizen; stimulieren; verbessern; wecken; zusprechen
opwinden anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren aufwickeln; aufwinden
prikkelen anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren anfeuern; animieren; ankurbeln; anregen; anspornen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; ermuntern; ermutigen; jemand motivieren; motivieren; reizen; stimulieren; verbessern; zusprechen
stimuleren anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren aktivieren; anblasen; anfachen; anfeuern; animieren; ankurbeln; anregen; anschüren; anspornen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; bejauchzen; beleben; ermuntern; ermutigen; feiern; fördern; hervorrufen; jemand motivieren; jubeln; komplimentieren; motivieren; neubeleben; reizen; schüren; stimulieren; verbessern; wecken; zujauchzen; zujubeln; zusprechen

Wiktionary Translations for kosen:

kosen
verb
  1. zachtjes strelen
  2. zachtjes met de hand over iets strijken

Cross Translation:
FromToVia
kosen liefkozen caress — touch or kiss lovingly
kosen liefkozen fondle — to fondle

Related Translations for Kosten



Dutch

Detailed Translations for Kosten from Dutch to German

kosten:

kosten [de ~] nom, pluriel

  1. de kosten (leges; belasting; heffing)
    der Kosten; die Gebühr; die Steuer; die Gebührenerhebung; der Einfuhrzoll; die Taxe
  2. de kosten (onkosten; uitgaven; kost; uitgaaf)
    die Unkosten; die Auslagen; die Spesen
  3. de kosten
    der Kosten

Translation Matrix for kosten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Auslagen kost; kosten; onkosten; uitgaaf; uitgaven
Einfuhrzoll belasting; heffing; kosten; leges
Gebühr belasting; heffing; kosten; leges belasting; overheidsbelasting; prijslijst; tarievenlijst
Gebührenerhebung belasting; heffing; kosten; leges tariefopstelling
Kosten belasting; heffing; kosten; leges eerbewijs; gewonnen prijs; prijs
Spesen kost; kosten; onkosten; uitgaaf; uitgaven
Steuer belasting; heffing; kosten; leges belasting; belastingdienst; fiscus; overheidsbelasting; stuur; stuurinrichting; stuurknuppel; stuurrad; stuurwiel
Taxe belasting; heffing; kosten; leges belasting; overheidsbelasting; taxatiewaarde
Unkosten kost; kosten; onkosten; uitgaaf; uitgaven
VerbRelated TranslationsOther Translations
- bedragen; vergen

Related Words for "kosten":


Synonyms for "kosten":


Antonyms for "kosten":


Related Definitions for "kosten":

  1. hoeveel geld je ervoor moet betalen1
    • hoeveel kost dit horloge?1
  2. wat het vraagt1
    • opstaan kost veel moeite1

Wiktionary Translations for kosten:

kosten
verb
  1. voor een bepaalde prijs te koop zijn
  2. vergen
kosten
verb
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
kosten kosten cost — to incur a charge, a price
kosten kosten coutervaloir tel ou tel prix d’achat.
kosten kosten coûtervaloir tel ou tel prix d’achat.
kosten Kosten dépens — Ce qu’on dépense

kost:

kost [de ~ (m)] nom

  1. de kost (spijziging; voeding; voedsel; eten)
    die Kost; die Nahrung; Essen; die Ernährung; die Verpflegung
  2. de kost (onkosten; kosten; uitgaven; uitgaaf)
    die Unkosten; die Auslagen; die Spesen
  3. de kost (onderhoudsgeld; onderhoud; voedsel)
    die Beköstigung; der Unterhalt; der Lebensunterhalt

Translation Matrix for kost:

NounRelated TranslationsOther Translations
Auslagen kost; kosten; onkosten; uitgaaf; uitgaven
Beköstigung kost; onderhoud; onderhoudsgeld; voedsel eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel
Ernährung eten; kost; spijziging; voeding; voedsel eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedingsmiddelen; voedsel
Essen eten; kost; spijziging; voeding; voedsel brunch; diner; eetwaren; eten; maal; maaltijd; proviand; spijs; voeding; voedsel
Kost eten; kost; spijziging; voeding; voedsel eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedingsmiddelen; voedsel
Lebensunterhalt kost; onderhoud; onderhoudsgeld; voedsel
Nahrung eten; kost; spijziging; voeding; voedsel eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedingsmiddelen; voedsel
Spesen kost; kosten; onkosten; uitgaaf; uitgaven
Unkosten kost; kosten; onkosten; uitgaaf; uitgaven
Unterhalt kost; onderhoud; onderhoudsgeld; voedsel onderhoud; verzorging
Verpflegung eten; kost; spijziging; voeding; voedsel eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel
- eten

Related Words for "kost":


Synonyms for "kost":


Related Definitions for "kost":

  1. wat je bij de maaltijd tot je neemt1
    • boerenkool is stevige kost1
  2. wat je ervoor moet betalen1
    • de kosten van levensmiddelen zijn hoog1
  3. wat je nodig hebt om te kunnen leven1
    • hij verdient de kost voor zijn gezin1

Wiktionary Translations for kost:


Cross Translation:
FromToVia
kost Kosten cost — amount of money, time, etc.
kost Nahrungsmittel; Ätzung; Ernährung; Futter aliment — Ce qui se manger et servir à entretenir la vie.
kost Kosten; Lebenshaltungskosten; Selbstkosten; Stückkosten; Grenzkosten coût — Ce qu’une chose coûte
kost Essen; Futter; Ätzung; Ernährung; Nahrung; Nahrungsmittel; Gericht; Speise nourriturealiment.
kost Trift; Weide; Wiese; Atzung; Ernährung; Futter; Nahrung; Nahrungsmittel; Fourage pâture — éleva|fr nourriture des bêtes, des oiseaux, des poissons.

Related Translations for Kosten