Summary
English to Dutch: more detail...
-
trash can:
-
Wiktionary:
trash can → ben, korf, mand, slof, vuilcontainer, vuilnisbak, vuilnisemmer, vuilnisvat - User Contributed Translations for trash can:
vuilbak -
Synonyms for "trash can":
ashcan; garbage can; wastebin; ash bin; ash-bin; ashbin; dustbin; trash barrel; trash bin; bin
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for trash can from English to Dutch
trash can: (*Using Word and Sentence Splitter)
- trash: afval; vuilnis; huisvuil; grofvuil; drek; huisafval; vullis; voddengoed; rommel; junk; prullaria; bocht; rotzooi; troep; smerig spul; slechte drank; kitsch; clichékunst; uitvaagsel; aframmelen; afrossen; in elkaar timmeren; in elkaar rammen; 'n aframmeling geven
- be able: kunnen; vermogen; in staat zijn; iets mogen
- can: blik; conservenblik; bus; trommel; blikje; opbergblik; inmaken; inblikken; in blik conserveren; wecken; dun metaal
trash can:
Synonyms for "trash can":
Wiktionary Translations for trash can:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • trash can | → ben; korf; mand; slof | ↔ corbeille — Translations |
| • trash can | → vuilcontainer; vuilnisbak; vuilnisemmer; vuilnisvat | ↔ poubelle — Récipient destiné à recevoir des détritus |