Summary


English

Detailed Translations for add to from English to Dutch

add to:

to add to verbe (adds to, added to, adding to)

  1. to add to (append; add; join)
    toevoegen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; bijdoen
    • toevoegen verbe (voeg toe, voegt toe, voegde toe, voegden toe, toegevoegd)
    • bijsluiten verbe
    • bijvoegen verbe (voeg bij, voegt bij, voegde bij, voegden bij, bijgevoegd)
    • erbij voegen verbe (voeg erbij, voegt erbij, voegde erbij, voegden erbij, erbij gevoegd)
    • bijdoen verbe (doe bij, doet bij, deed bij, deden bij, bijgedaan)
  2. to add to (increase; rise; expand; )
    groeien; toenemen; stijgen; vermeerderen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; opzetten; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan
    • groeien verbe (groei, groeit, groeide, groeiden, gegroeid)
    • toenemen verbe (neem toe, neemt toe, nam toe, namen toe, toegenomen)
    • stijgen verbe (stijg, stijgt, steeg, stegen, gestegen)
    • vermeerderen verbe (vermeerder, vermeerdert, vermeerderde, vermeerderden, vermeerd)
    • groter worden verbe (word groter, wordt groter, werd groter, werden groter, groter geworden)
    • aanwinnen verbe (win aan, wint aan, won aan, wonnen aan, aangewonnen)
    • aangroeien verbe (groei aan, groeit aan, groeide aan, groeiden aan, aangegroeid)
    • aanzwellen verbe (zwel aan, zwelt aan, zwol aan, zwollen aan, aangezwollen)
    • opzetten verbe (zet op, zette op, zetten op, opgezet)
    • aanwassen verbe (was aan, wast aan, waste aan, wasten aan, aangewassen)
    • gedijen verbe (gedij, gedijt, gedijde, gedijden, gedijd)
    • de hoogte ingaan verbe (ga de hoogte in, gaat de hoogte in, ging de hoogte in, gingen de hoogte in, de hoogte ingegeaan)
    • omhooggaan verbe (ga omhoog, gaat omhoog, ging omhoog, gingen omhoog, omhooggegaan)

Conjugations for add to:

present
  1. add to
  2. add to
  3. adds to
  4. add to
  5. add to
  6. add to
simple past
  1. added to
  2. added to
  3. added to
  4. added to
  5. added to
  6. added to
present perfect
  1. have added to
  2. have added to
  3. has added to
  4. have added to
  5. have added to
  6. have added to
past continuous
  1. was adding to
  2. were adding to
  3. was adding to
  4. were adding to
  5. were adding to
  6. were adding to
future
  1. shall add to
  2. will add to
  3. will add to
  4. shall add to
  5. will add to
  6. will add to
continuous present
  1. am adding to
  2. are adding to
  3. is adding to
  4. are adding to
  5. are adding to
  6. are adding to
subjunctive
  1. be added to
  2. be added to
  3. be added to
  4. be added to
  5. be added to
  6. be added to
diverse
  1. add to!
  2. let's add to!
  3. added to
  4. adding to
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for add to:

NounRelated TranslationsOther Translations
aanwassen rising
aanzwellen rising
bijvoegen adding up; joining up
groeien development; growth
groter worden expansion; growth; increase; rise
stijgen ascent; climb; climbing; going up; increase; rise; rising; uplift
toevoegen adding up; joining up
VerbRelated TranslationsOther Translations
aangroeien add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise accumulate; augment; expand; increase; multiply; stow
aanwassen add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise come up; grow; rise
aanwinnen add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise
aanzwellen add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise
bijdoen add; add to; append; join
bijsluiten add; add to; append; join besiege; besieged; besieges; cover; encapsulate; enclose; evnvelope; surround; wrap up
bijvoegen add; add to; append; join add; attach; besiege; besieged; besieges; cover; encapsulate; enclose; evnvelope; include; join; join up; surround; unite; wrap up
de hoogte ingaan add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise ascend; go up; rise; take off
erbij voegen add; add to; append; join
gedijen add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise grow; prosper; thrive
groeien add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise develop; grow; grow up; rise
groter worden add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise
omhooggaan add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise go upstairs; rise
opzetten add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise bait; incite; instigate; stir up; stuff
stijgen add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise ascend; climb up; come up; go up; grow; rise; take off
toenemen add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise
toevoegen add; add to; append; join add; add up; append; attach; besiege; besieged; besieges; count in; count up; cover; encapsulate; enclose; evnvelope; fill up; include; replenish; surround; to make complete; total; wrap up
vermeerderen add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise add; add on to; build out; enlarge; expand; extend; increase; increase in number; swell; widen

Synonyms for "add to":


Related Definitions for "add to":

  1. have an increased effect1

Related Translations for add to