Spanish

Detailed Translations for esconder from Spanish to Dutch

esconder:

esconder verbe

  1. esconder (ocultar; velar)
    verbergen; achterhouden; verhullen; verduisteren; verstoppen; versluieren; verheimelijken; bemantelen
    • verbergen verbe (verberg, verbergt, verborg, verborgen, verborgen)
    • achterhouden verbe (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • verhullen verbe (verhul, verhult, verhulde, verhulden, verhuld)
    • verduisteren verbe (verduister, verduistert, verduisterde, verduisterden, verduisterd)
    • verstoppen verbe (verstop, verstopt, verstopte, verstopten, verstopt)
    • versluieren verbe (versluier, versluiert, versluierde, versluierden, versluierd)
    • verheimelijken verbe (verheimelijk, verheimelijkt, verheimelijkte, verheimelijkten, verheimelijkt)
    • bemantelen verbe (bemantel, bemantelt, bemantelde, bemantelden, bemanteld)
  2. esconder (ocultar; disimular)
    verbergen; achterhouden; verstoppen; verduisteren; verheimelijken; wegstoppen
    • verbergen verbe (verberg, verbergt, verborg, verborgen, verborgen)
    • achterhouden verbe (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • verstoppen verbe (verstop, verstopt, verstopte, verstopten, verstopt)
    • verduisteren verbe (verduister, verduistert, verduisterde, verduisterden, verduisterd)
    • verheimelijken verbe (verheimelijk, verheimelijkt, verheimelijkte, verheimelijkten, verheimelijkt)
    • wegstoppen verbe (stop weg, stopt weg, stopte weg, stopten weg, weggestopt)
  3. esconder (esconderse; buscar defensa; ponerse a cubierto)
    verstoppen; verschuilen
    • verstoppen verbe (verstop, verstopt, verstopte, verstopten, verstopt)
    • verschuilen verbe (verschuil, verschuilt, verschool, verscholen, verscholen)
  4. esconder (proteger; defensar; guardar; disimular)
    beschermen; beschutten; bescherming bieden
  5. esconder (empujar; arrancar; suprimir; reprimir; suplantar)
    verdringen; iemand van de plaats dringen
  6. esconder (guardar; guardarse bien)
    wegstoppen; wegsteken
    • wegstoppen verbe (stop weg, stopt weg, stopte weg, stopten weg, weggestopt)
    • wegsteken verbe (steek weg, steekt weg, stak weg, staken weg, weggestoken)
  7. esconder (encubrir; velar; enmascarar; cubrir; ocultar)
    maskeren; omhullen; bedekken; verhullen; versluieren; bemantelen; inhullen; hullen
    • maskeren verbe (masker, maskert, maskerde, maskerden, gemaskeerd)
    • omhullen verbe (omhul, omhult, omhulde, omhulden, omhuld)
    • bedekken verbe (bedek, bedekt, bedekte, bedekten, bedekt)
    • verhullen verbe (verhul, verhult, verhulde, verhulden, verhuld)
    • versluieren verbe (versluier, versluiert, versluierde, versluierden, versluierd)
    • bemantelen verbe (bemantel, bemantelt, bemantelde, bemantelden, bemanteld)
    • inhullen verbe (hul in, hult in, hulde in, hulden in, ingehuld)
    • hullen verbe (hul, hult, hulde, hulden, gehuld)

Conjugations for esconder:

presente
  1. escondo
  2. escondes
  3. esconde
  4. escondemos
  5. escondéis
  6. esconden
imperfecto
  1. escondía
  2. escondías
  3. escondía
  4. escondíamos
  5. escondíais
  6. escondían
indefinido
  1. escondí
  2. escondiste
  3. escondió
  4. escondimos
  5. escondisteis
  6. escondieron
fut. de ind.
  1. esconderé
  2. esconderás
  3. esconderá
  4. esconderemos
  5. esconderéis
  6. esconderán
condic.
  1. escondería
  2. esconderías
  3. escondería
  4. esconderíamos
  5. esconderíais
  6. esconderían
pres. de subj.
  1. que esconda
  2. que escondas
  3. que esconda
  4. que escondamos
  5. que escondáis
  6. que escondan
imp. de subj.
  1. que escondiera
  2. que escondieras
  3. que escondiera
  4. que escondiéramos
  5. que escondierais
  6. que escondieran
miscelánea
  1. ¡esconde!
  2. ¡esconded!
  3. ¡no escondas!
  4. ¡no escondáis!
  5. escondido
  6. escondiendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for esconder:

NounRelated TranslationsOther Translations
bedekken cubrir
beschermen protección
verduisteren malversación
VerbRelated TranslationsOther Translations
achterhouden disimular; esconder; ocultar; velar callar; contener; defraudar; dejar de lado; desfalcar; disentir; disimular; divergir; encubrir; escapar; evitar; guardar; guardarse de; huntar; mangar; mangar a; negar; no aceptar; no mencionar; ocultar; pasar por alto; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse; retener; robar
bedekken cubrir; encubrir; enmascarar; esconder; ocultar; velar calcar; cubrir; cumplir con; forrar; recubrir; revestir; tapar; tapizar
bemantelen cubrir; encubrir; enmascarar; esconder; ocultar; velar
beschermen defensar; disimular; esconder; guardar; proteger abrigar; amparar; camuflar; cercar; conservar; cubrir; defender; encerrar; encubrir; guardar; proteger; proteger con un sistema de seguridad; proveer de una instalación de alarma; salvaguardar; tapar
bescherming bieden defensar; disimular; esconder; guardar; proteger
beschutten defensar; disimular; esconder; guardar; proteger abrigar; camuflar; cercar; cubrir; defender; encerrar; encubrir; guardar; proteger; salvaguardar; tapar
hullen cubrir; encubrir; enmascarar; esconder; ocultar; velar
iemand van de plaats dringen arrancar; empujar; esconder; reprimir; suplantar; suprimir
inhullen cubrir; encubrir; enmascarar; esconder; ocultar; velar
maskeren cubrir; encubrir; enmascarar; esconder; ocultar; velar
omhullen cubrir; encubrir; enmascarar; esconder; ocultar; velar
verbergen disimular; esconder; ocultar; velar ocultar
verdringen arrancar; empujar; esconder; reprimir; suplantar; suprimir esconder sentimientos; ocultar sentimientos; suprimir sentimientos
verduisteren disimular; esconder; ocultar; velar coger; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; escapar; evitar; guardarse de; huntar; hurtqr; mangar; mangar a; oscurecer; robar
verheimelijken disimular; esconder; ocultar; velar
verhullen cubrir; encubrir; enmascarar; esconder; ocultar; velar
verschuilen buscar defensa; esconder; esconderse; ponerse a cubierto
versluieren cubrir; encubrir; enmascarar; esconder; ocultar; velar
verstoppen buscar defensa; disimular; esconder; esconderse; ocultar; ponerse a cubierto; velar
wegsteken esconder; guardar; guardarse bien
wegstoppen disimular; esconder; guardar; guardarse bien; ocultar

Synonyms for "esconder":


Wiktionary Translations for esconder:

esconder
verb
  1. iets ergens plaatsen waar het niet gemakkelijk door anderen gevonden wordt
  2. refl|nld zich ~ zich aan het zicht proberen te onttrekken
  3. iets stoppen waar het niet gemakkelijk gevonden zal worden

Cross Translation:
FromToVia
esconder verbergen; verstoppen conceal — to hide something
esconder dekken; bedekken cover — to conceal or protect
esconder verbergen; verstoppen; wegstoppen hide — (transitive)
esconder zicht belemmeren obstruct — To get in the way of so as to hide from sight
esconder wegsluipen sneak — to hide in a mean or cowardly manner
esconder verbergen; verstoppen; schuilen verbergen — etwas verstecken
esconder verstoppen verstecken — sich oder jemand anderen oder etwas an einen Ort bringen, der anderen nicht bekannt ist, wo man nicht gesehen wird
esconder verbergen; verstoppen; ontveinzen; verhelen; verschuilen cachermettre (une personne ou une chose) en un lieu où on ne peut pas la voir, la découvrir.

Related Translations for esconder