French

Detailed Translations for entrer dans from French to Dutch

entrer dans:

entrer dans verbe

  1. entrer dans (monter en voiture; monter à bord d'un avion)
    instappen
    • instappen verbe (stap in, stapt in, stapte in, stapten in, ingestapt)
  2. entrer dans (entrer; rentrer; entrer en vigueur; pénétrer dans; pénétrer)
    betreden; binnenkomen; ingaan; binnentreden; binnengaan; binnenstappen; binnenlopen
    • betreden verbe (betreed, betreedt, betrad, betraden, betreden)
    • binnenkomen verbe (kom binnen, komt binnen, kwam binnen, kwamen binnen, binnengekomen)
    • ingaan verbe (ga in, gaat in, ging in, gingen in, ingegaan)
    • binnentreden verbe (treed binnen, treedt binnen, trad binnen, traden binnen, binnengetreden)
    • binnengaan verbe (ga binnen, gaat binnen, ging binnen, gingen binnen, binnengegaan)
    • binnenstappen verbe (stap binnen, stapt binnen, stapte binnen, stapten binnen, binnengestapt)
    • binnenlopen verbe (loop binnen, loopt binnen, liep binnen, liepen binnen, binnengelopen)
  3. entrer dans (importer)
    importeren; invoeren
    • importeren verbe (importeer, importeert, importeerde, importeerden, geïmporteerd)
    • invoeren verbe (voer in, voert in, voerde in, voerden in, ingevoerd)
  4. entrer dans (pénétrer dans)
    betreden
    • betreden verbe (betreed, betreedt, betrad, betraden, betreden)
  5. entrer dans (marcher sur; suivre; passer par)
    betreden; te voet afleggen; bewandelen; belopen
    • betreden verbe (betreed, betreedt, betrad, betraden, betreden)
    • bewandelen verbe (bewandel, bewandelt, bewandelde, bewandelden, bewandeld)
    • belopen verbe (beloop, beloopt, beliep, beliepen, beloopt)
  6. entrer dans (pénétrer dans; envahir; faire une invasion; )
    binnendringen; binnenvallen; invallen
    • binnendringen verbe (dring binnen, dringt binnen, drong binnen, drongen binnen, binnengedrongen)
    • binnenvallen verbe (val binnen, valt binnen, viel binnen, vielen binnen, binnengevallen)
    • invallen verbe (val in, valt in, viel in, vielen in, ingevallen)
  7. entrer dans (entrer en gare; rentrer; s'engager sur; s'engager dans)
    binnenrijden; inrijden
    • binnenrijden verbe (rijd binnen, rijdt binnen, reed binnen, reden binnen, binnengereden)
    • inrijden verbe (rijd in, rijdt in, reed in, reden in, ingereden)
  8. entrer dans (entrer dans un port)
    binnenvaren; invaren
    • binnenvaren verbe (vaar binnen, vaart binnen, voer binnen, voeren binnen, binnengevaren)
    • invaren verbe (vaar in, vaart in, voer in, voeren in, ingevaren)
  9. entrer dans (s'infiltrer; pénétrer dans; faire irruption dans; s'introduire; faire entrer)
    binnendringen; infiltreren; indringen
    • binnendringen verbe (dring binnen, dringt binnen, drong binnen, drongen binnen, binnengedrongen)
    • infiltreren verbe (infiltreer, infiltreert, infiltreerde, infiltreerden, geïnfiltreerd)
    • indringen verbe (dring in, dringt in, drong in, drongen in, ingedrongen)

Translation Matrix for entrer dans:

NounRelated TranslationsOther Translations
binnendringen incursion; intrusion; pénétrabilité; pénétration
binnengaan entrée; incursion; intrusion; pénétrabilité; pénétration
binnenvallen invasions
ingaan fait de prendre effet; mise en vigueur
instappen entrée; fait de monter dans
invallen invasions
VerbRelated TranslationsOther Translations
belopen entrer dans; marcher sur; passer par; suivre
betreden entrer; entrer dans; entrer en vigueur; marcher sur; passer par; pénétrer; pénétrer dans; rentrer; suivre
bewandelen entrer dans; marcher sur; passer par; suivre
binnendringen entrer dans; envahir; faire entrer; faire irruption dans; faire une invasion; pénétrer dans; s'infiltrer; s'introduire envahir; pénétrer dans; s'introduire dans
binnengaan entrer; entrer dans; entrer en vigueur; pénétrer; pénétrer dans; rentrer
binnenkomen entrer; entrer dans; entrer en vigueur; pénétrer; pénétrer dans; rentrer
binnenlopen entrer; entrer dans; entrer en vigueur; pénétrer; pénétrer dans; rentrer
binnenrijden entrer dans; entrer en gare; rentrer; s'engager dans; s'engager sur
binnenstappen entrer; entrer dans; entrer en vigueur; pénétrer; pénétrer dans; rentrer
binnentreden entrer; entrer dans; entrer en vigueur; pénétrer; pénétrer dans; rentrer
binnenvallen entrer dans; envahir; faire entrer; faire irruption dans; faire une invasion; pénétrer dans; s'infiltrer; s'introduire envahir; faire irruption dans; passer à l'improviste
binnenvaren entrer dans; entrer dans un port
importeren entrer dans; importer importer
indringen entrer dans; faire entrer; faire irruption dans; pénétrer dans; s'infiltrer; s'introduire envahir; pénétrer dans; s'introduire dans
infiltreren entrer dans; faire entrer; faire irruption dans; pénétrer dans; s'infiltrer; s'introduire
ingaan entrer; entrer dans; entrer en vigueur; pénétrer; pénétrer dans; rentrer réagir; répondre
inrijden entrer dans; entrer en gare; rentrer; s'engager dans; s'engager sur
instappen entrer dans; monter en voiture; monter à bord d'un avion
invallen entrer dans; envahir; faire entrer; faire irruption dans; faire une invasion; pénétrer dans; s'infiltrer; s'introduire envahir; remplacer; s'effondrer; s'enfoncer; s'écrouler; tomber en ruine
invaren entrer dans; entrer dans un port
invoeren entrer dans; importer dresser; entrer; fonder; instaurer; édifier; élever; ériger; établir
te voet afleggen entrer dans; marcher sur; passer par; suivre

Related Translations for entrer dans