Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zich ophouden:


Dutch

Detailed Translations for zich ophouden from Dutch to German

zich ophouden:

zich ophouden verbe

  1. zich ophouden (ergens zijn)
    sich befinden; verkehren
    • sich befinden verbe (befinde mich, befindest dich, befindet sich, befand sich, befandet euch, sich befunden)
    • verkehren verbe (verkehre, verkehrst, verkehrt, verkehrte, verkehrtet, verkehrt)

Translation Matrix for zich ophouden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sich befinden ergens zijn; zich ophouden uithangen; zich bevinden; zijn
verkehren ergens zijn; zich ophouden iets omdraaien; kopie trekken; kopiëren; omgaan; omgaan met; omgang hebben met; omhoogkomen; omkeren; opstijgen; optrekken; opvliegen; verkeren

Related Translations for zich ophouden