Summary


Dutch

Detailed Translations for blijven from Dutch to English

blijven:

blijven verbe (blijf, blijft, bleef, bleven, gebleven)

  1. blijven (niet veranderen)
    to stay; stay the same
  2. blijven (verwijlen; vertoeven; toeven)
    to stay; to linger; to sojourn; to loiter
    • stay verbe (stays, stayed, staying)
    • linger verbe (lingers, lingered, lingering)
    • sojourn verbe (sojourns, sojourned, sojourning)
    • loiter verbe (loiters, loitered, loitering)
  3. blijven
    to remain; to stay
    – continue in a place, position, or situation 1
    • remain verbe (remains, remained, remaining)
      • despite student protests, he remained Dean for another year1
    • stay verbe (stays, stayed, staying)
      • After graduation, she stayed on in Cambridge as a student adviser1
    to last; to continue
    • last verbe (lasts, lasted, lasting)
    • continue verbe (continues, continued, continuing)

Conjugations for blijven:

o.t.t.
  1. blijf
  2. blijft
  3. blijft
  4. blijven
  5. blijven
  6. blijven
o.v.t.
  1. bleef
  2. bleef
  3. bleef
  4. bleven
  5. bleven
  6. bleven
v.t.t.
  1. ben gebleven
  2. bent gebleven
  3. is gebleven
  4. zijn gebleven
  5. zijn gebleven
  6. zijn gebleven
v.v.t.
  1. was gebleven
  2. was gebleven
  3. was gebleven
  4. waren gebleven
  5. waren gebleven
  6. waren gebleven
o.t.t.t.
  1. zal blijven
  2. zult blijven
  3. zal blijven
  4. zullen blijven
  5. zullen blijven
  6. zullen blijven
o.v.t.t.
  1. zou blijven
  2. zou blijven
  3. zou blijven
  4. zouden blijven
  5. zouden blijven
  6. zouden blijven
diversen
  1. blijf!
  2. blijft!
  3. gebleven
  4. blijfend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for blijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
last achterste; benjamin; hekkensluiters; jongste; laatste; laatsten; laatstgeboren; laatstgeborene; leest; vorige
stay aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans
VerbRelated TranslationsOther Translations
continue blijven aanhouden; bestendigen; continueren; doorgaan; doorwerken; duur verlengen; een stapje verder gaan; prolongeren; verdergaan; verlengen; vervolgen; voortbestaan; voortduren; voortgaan; voortzetten
last blijven duren
linger blijven; toeven; vertoeven; verwijlen aarzelen; blijven hangen; dralen; drentelen; druilen; dubben; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; weifelen; zaniken; zeiken; zeuren
loiter blijven; toeven; vertoeven; verwijlen dralen; drentelen; talmen; teuten; treuzelen
remain blijven resteren
sojourn blijven; toeven; vertoeven; verwijlen ergens zijn; resideren; verblijfplaats hebben; zich ophouden
stay blijven; niet veranderen; toeven; vertoeven; verwijlen leven; logeren; overnachten; resideren; verblijven; wonen
stay the same blijven; niet veranderen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
last achterste; afgelopen; finaal; jongstleden; laatste; laatstelijk; laatstgenoemd; verleden; vorig

Antonyms for "blijven":


Related Definitions for "blijven":

  1. doorgaan2
    • het bleef maar regenen2
  2. het volhouden2
    • ik blijf bij dat verhaal2
  3. niet weggaan2
    • ik bleef thuis2

Wiktionary Translations for blijven:

blijven
verb
  1. niet veranderen
  2. voortduren, doorgaan
  3. ergens vertoeven
blijven
verb
  1. to stay behind while others withdraw
  2. to continue unchanged
  3. To remain in a particular place
  4. To continue to have a particular quality
  5. stay a while
  6. stay or wait somewhere

Cross Translation:
FromToVia
blijven continue; go on; proceed with; maintain; sustain; endure; keep on; last; persist; wear; keep continuerpoursuivre ce qui commencer.
blijven stay; remain; stay over; abide; keep; rest; stop restercontinuer d’être à un endroit ou dans un état.

Related Translations for blijven