Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onderstrepen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onderstrepen from Dutch to English

onderstrepen:

onderstrepen verbe (onderstreep, onderstreept, onderstreepte, onderstreepten, onderstreept)

  1. onderstrepen
    to emphasize; to underline; to emphasise
    • emphasize verbe, américain (emphasizes, emphasized, emphasizing)
    • underline verbe (underlines, underlined, underlining)
    • emphasise verbe, britannique

Conjugations for onderstrepen:

o.t.t.
  1. onderstreep
  2. onderstreept
  3. onderstreept
  4. onderstrepen
  5. onderstrepen
  6. onderstrepen
o.v.t.
  1. onderstreepte
  2. onderstreepte
  3. onderstreepte
  4. onderstreepten
  5. onderstreepten
  6. onderstreepten
v.t.t.
  1. heb onderstreept
  2. hebt onderstreept
  3. heeft onderstreept
  4. hebben onderstreept
  5. hebben onderstreept
  6. hebben onderstreept
v.v.t.
  1. had onderstreept
  2. had onderstreept
  3. had onderstreept
  4. hadden onderstreept
  5. hadden onderstreept
  6. hadden onderstreept
o.t.t.t.
  1. zal onderstrepen
  2. zult onderstrepen
  3. zal onderstrepen
  4. zullen onderstrepen
  5. zullen onderstrepen
  6. zullen onderstrepen
o.v.t.t.
  1. zou onderstrepen
  2. zou onderstrepen
  3. zou onderstrepen
  4. zouden onderstrepen
  5. zouden onderstrepen
  6. zouden onderstrepen
diversen
  1. onderstreep!
  2. onderstreept!
  3. onderstreept
  4. onderstrepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderstrepen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
emphasise onderstrepen accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen
emphasize onderstrepen accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen
underline onderstrepen accentueren; benadrukken

Wiktionary Translations for onderstrepen:

onderstrepen
verb
  1. een streep onder een woord of passage zetten