Summary


Dutch

Detailed Translations for vleien from Dutch to English

vleien:

vleien verbe (vlei, vleit, vleide, vleiden, gevleid)

  1. vleien (stroop om de mond smeren; kruipen; flikflooien; flatteren; vlemen)
    butter someone up; kiss up to someone; to softsoap someone; toady to someone

Conjugations for vleien:

o.t.t.
  1. vlei
  2. vleit
  3. vleit
  4. vleien
  5. vleien
  6. vleien
o.v.t.
  1. vleide
  2. vleide
  3. vleide
  4. vleiden
  5. vleiden
  6. vleiden
v.t.t.
  1. heb gevleid
  2. hebt gevleid
  3. heeft gevleid
  4. hebben gevleid
  5. hebben gevleid
  6. hebben gevleid
v.v.t.
  1. had gevleid
  2. had gevleid
  3. had gevleid
  4. hadden gevleid
  5. hadden gevleid
  6. hadden gevleid
o.t.t.t.
  1. zal vleien
  2. zult vleien
  3. zal vleien
  4. zullen vleien
  5. zullen vleien
  6. zullen vleien
o.v.t.t.
  1. zou vleien
  2. zou vleien
  3. zou vleien
  4. zouden vleien
  5. zouden vleien
  6. zouden vleien
diversen
  1. vlei!
  2. vleit!
  3. gevleid
  4. vleiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vleien [znw.] nom

  1. vleien (streling; liefkozing; aanhalen; )
    the stroking; the caress

Translation Matrix for vleien:

NounRelated TranslationsOther Translations
caress aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien aanhalen; aanhaling; knuffel; liefkozing; streling
stroking aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien
VerbRelated TranslationsOther Translations
butter someone up flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen
caress aaien; beminnen; de liefde bedrijven; knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; minnekozen; minnen; strelen; vrijen
kiss up to someone flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen
softsoap someone flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen flemen; flikflooien
toady to someone flatteren; flikflooien; kruipen; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen

Wiktionary Translations for vleien:

vleien
verb
  1. exhibit affection
  2. seek favour by flattery
  3. to flatter

Cross Translation:
FromToVia
vleien flatter; fawn schmeichelnmit Dativ: versuchen, jemandem zu gefallen oder jemanden zu beeinflussen, indem man Sachen sagt, die der andere gerne hört, die aber nicht unbedingt der eigenen Meinung entsprechen.
vleien flatter; adulate adulerflatter quelqu’un avec excès par bassesse ou par intérêt.
vleien flatter; coax; adulate amadouer — (familier, fr) flatter quelqu’un pour le disposer à ce qu’on désirer de lui.