Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geschoold:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geschoold from Dutch to English

geschoold:

geschoold adj

  1. geschoold (geleerd; onderwezen)
    educated; skilled; schooled; practised; practiced

Translation Matrix for geschoold:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
educated geleerd; geschoold; onderwezen geleerd; intelligent; slim; wijs
practiced geleerd; geschoold; onderwezen bedreven; noest; onvermoeibaar
practised geleerd; geschoold; onderwezen bedreven; noest; onvermoeibaar
skilled geleerd; geschoold; onderwezen bedreven; bekwaam; bevoegd; capabel; competent; gediplomeerd; gekwalificeerd; geoefend; geschikt
ModifierRelated TranslationsOther Translations
schooled geleerd; geschoold; onderwezen

Related Words for "geschoold":

  • geschooldheid

Wiktionary Translations for geschoold:

geschoold
adjective
  1. possessing skill, skilled