Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. legen:
  2. leg:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for legen from Dutch to English

legen:

legen verbe

  1. legen (ledigen; leegmaken; leeghalen)
    to empty; remove what is inside; make empty; to clear

Translation Matrix for legen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
clear ledigen; leeghalen; leegmaken; legen afdekken; afruimen; banen; bevrijden; dechargeren; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijspreken; vrijvechten; wissen; zuiveren
empty ledigen; leeghalen; leegmaken; legen afscheiden; afvoeren; ledigen; leegdrinken; leeggieten; leeghalen; leegmaken; lozen; opdrinken; opruimen; plunderen; reinigen; ruimen; schoonmaken; spuien; uitdrinken; uitgieten; uithalen; uitknijpen; uitmesten; uitnemen; uitpersen; uitruimen; uitscheiden; uitstoten; uitwateren; uitwerpen; uitzuigen; water afvoeren; water lozen
make empty ledigen; leeghalen; leegmaken; legen
remove what is inside ledigen; leeghalen; leegmaken; legen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
empty eindig; hol; ijdel; inhoudsloos; ledig; leeg; loos; nietszeggend; onbezet; ongevuld; vergankelijk; voorbijgaand; zonder inhoud
ModifierRelated TranslationsOther Translations
clear aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blank; bleek; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kleurloos; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; ongekleurd; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig

Related Words for "legen":


Wiktionary Translations for legen:

legen
verb
  1. to make empty
  2. (medicine) to empty

leg:

leg [de ~ (m)] nom

  1. de leg
    the laying

Translation Matrix for leg:

NounRelated TranslationsOther Translations
laying leg aanleggingen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
laying gestrekt; languit; languit liggend; liggend; uitgestrekt

Related Words for "leg":