Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ontgroenen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontgroenen from Dutch to English

ontgroenen:

ontgroenen verbe (ontgroen, ontgroent, ontgroende, ontgroenden, ontgroend)

  1. ontgroenen
    to initiate
    • initiate verbe (initiates, initiated, initiating)

Conjugations for ontgroenen:

o.t.t.
  1. ontgroen
  2. ontgroent
  3. ontgroent
  4. ontgroenen
  5. ontgroenen
  6. ontgroenen
o.v.t.
  1. ontgroende
  2. ontgroende
  3. ontgroende
  4. ontgroenden
  5. ontgroenden
  6. ontgroenden
v.t.t.
  1. ben ontgroend
  2. bent ontgroend
  3. is ontgroend
  4. zijn ontgroend
  5. zijn ontgroend
  6. zijn ontgroend
v.v.t.
  1. was ontgroend
  2. was ontgroend
  3. was ontgroend
  4. waren ontgroend
  5. waren ontgroend
  6. waren ontgroend
o.t.t.t.
  1. zal ontgroenen
  2. zult ontgroenen
  3. zal ontgroenen
  4. zullen ontgroenen
  5. zullen ontgroenen
  6. zullen ontgroenen
o.v.t.t.
  1. zou ontgroenen
  2. zou ontgroenen
  3. zou ontgroenen
  4. zouden ontgroenen
  5. zouden ontgroenen
  6. zouden ontgroenen
diversen
  1. ontgroen!
  2. ontgroent!
  3. ontgroend
  4. ontgroenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontgroenen:

NounRelated TranslationsOther Translations
initiate adept; ingewijde; insider
rag doekje; flard; homp; lap; lapje; lor; prul; vod; vodje
VerbRelated TranslationsOther Translations
initiate ontgroenen aankaarten; aansnijden; aanvoeren; engageren; entameren; erbij betrekken; inaugureren; inhuldigen; initiëren; inviteren; inwijden; naar voren brengen; op gang brengen; op tafel leggen; opperen; opwerpen; plechtig bevestigen; poneren; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitnodigen

Wiktionary Translations for ontgroenen:


Cross Translation:
FromToVia
ontgroenen desalinate dessaler — Faire qu’une chose ne soit plus aussi saler qu’elle l’était, ou qu’elle ne le soit plus du tout.