Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ovenschaal:


Dutch

Detailed Translations for ovenschaal from Dutch to English

ovenschaal:

ovenschaal [de ~] nom

  1. de ovenschaal (schaal)
    the casserole; the baking dish; the dish

Translation Matrix for ovenschaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
baking dish ovenschaal; schaal
casserole ovenschaal; schaal kookpot; pot; stoofpan; stoofschotel
dish ovenschaal; schaal diner; eten; gerecht; maal; maaltijd; schaal; schaaltje; schotel; schoteltje

Related Words for "ovenschaal":

  • ovenschalen