Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. overschrijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overschrijven from Dutch to English

overschrijven:

overschrijven verbe (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)

  1. overschrijven (geld overmaken; overboeken; overzenden)
    to transfer; to deposit; to remit; to send
    • transfer verbe (transfers, transferred, transferring)
    • deposit verbe (deposits, deposited, depositing)
    • remit verbe (remits, remitted, remitting)
    • send verbe (sends, sent, sending)
  2. overschrijven (kopiëren)
    to crib; to copy
    • crib verbe (cribs, cribbed, cribbing)
    • copy verbe (copies, copied, copying)
  3. overschrijven
    override
    – To prevent something from happening in a program or in an operating system. For example, a user can often override and thus abort a lengthy sorting procedure in a database program by pressing the Escape key. 1
  4. overschrijven
    overtype
    – To replace existing characters with newly typed characters. 1
  5. overschrijven
    overwrite
    – To replace the existing data with the new one. 1

Conjugations for overschrijven:

o.t.t.
  1. overschrijf
  2. overschrijft
  3. overschrijft
  4. overschrijven
  5. overschrijven
  6. overschrijven
o.v.t.
  1. overschreef
  2. overschreef
  3. overschreef
  4. overschreven
  5. overschreven
  6. overschreven
v.t.t.
  1. heb overschreven
  2. hebt overschreven
  3. heeft overschreven
  4. hebben overschreven
  5. hebben overschreven
  6. hebben overschreven
v.v.t.
  1. had overschreven
  2. had overschreven
  3. had overschreven
  4. hadden overschreven
  5. hadden overschreven
  6. hadden overschreven
o.t.t.t.
  1. zal overschrijven
  2. zult overschrijven
  3. zal overschrijven
  4. zullen overschrijven
  5. zullen overschrijven
  6. zullen overschrijven
o.v.t.t.
  1. zou overschrijven
  2. zou overschrijven
  3. zou overschrijven
  4. zouden overschrijven
  5. zouden overschrijven
  6. zouden overschrijven
en verder
  1. ben overschreven
  2. bent overschreven
  3. is overschreven
  4. zijn overschreven
  5. zijn overschreven
  6. zijn overschreven
diversen
  1. overschrijf!
  2. overschrijft!
  3. overschreven
  4. overschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overschrijven [znw.] nom

  1. overschrijven (spieken; overkalken; afkijken)
    the cribbing; the copying

Translation Matrix for overschrijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
copy afschrift; carbon; copie; doorslag; duplicaat; exemplaar; fotokopie; kopie; kopij; transcriptie
copying afkijken; overkalken; overschrijven; spieken gespiek; kopiëren
crib kerststal; kerststalletje; krib; kribbe; slaapplaats voor baby's; wieg
cribbing afkijken; overkalken; overschrijven; spieken
deposit aanbetaling; afzetsel; belegging; bezinksel; deposito; depot; drab; droesem; geldbelegging; grondsop; grondsoppen; inleg; investering; kit; kleefstof; lijm; minimum inleg; plak; plaksel; residu; sediment; statiegeld; storting; zetsel
transfer cessie; doorgifte; doorverbinden; gegevensoverdracht; overboeking; overdracht; overmaking; overplaatsing; overschrijving; overstap; overstapstation; transport; verruiling; verzending; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
VerbRelated TranslationsOther Translations
copy kopiëren; overschrijven fotokopiëren; imiteren; kopie maken; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; nadoen; namaken; navolgen; reproduceren
crib kopiëren; overschrijven afkijken; spieken
deposit geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden aanbetalen; bijstorten; deponeren; in bewaring geven; leggen; neerleggen; neerzetten; op rekening storten; plaatsen; stationeren; storten; zetten
override overschrijven negeren
overtype overschrijven
overwrite overschrijven
remit geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden deponeren; doen toekomen; iem. iets sturen; opsturen; overmaken; posten; storten; toezenden; uitkeren; zenden
send geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden aanleveren; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; doen toekomen; iem. iets sturen; leveren; opsturen; overhandigen; overmaken; posten; rondbrengen; sturen; thuisbezorgen; toeleveren; toezenden; versturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden
transfer geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden afdragen; anders boeken; disloqueren; overbrengen; overdragen aan; overplaatsen; overzetten; roeren; standplaats veranderen; transponeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten

Synonyms for "overschrijven":


Related Definitions for "overschrijven":

  1. overmaken naar een andere rekening2
    • de giro heeft het bedrag overgeschreven2
  2. het precies zo opschrijven als ergens anders2
    • hij schrijft dit gedicht over2

Wiktionary Translations for overschrijven:

overschrijven
verb
  1. al schrijvend kopiëren
  2. geld overmaken
  3. het ene geschrevene vervangen
overschrijven
verb
  1. destroy old data

Cross Translation:
FromToVia
overschrijven overwrite écraser — Enregistrer un contenu en supprimant le contenu antérieur