Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. prakkiseren:


Dutch

Detailed Translations for prakkiseren from Dutch to English

prakkiseren:

prakkiseren verbe

  1. prakkiseren (nadenken; peinzen; piekeren)
    to think; to consider; to ponder; cogitate; to muse; to brood; to wonder; to reflect
    • think verbe (thinks, thought, thinking)
    • consider verbe (considers, considered, considering)
    • ponder verbe (ponders, pondered, pondering)
    • cogitate verbe
    • muse verbe (muses, mused, musing)
    • brood verbe (broods, brooded, brooding)
    • wonder verbe (wonders, wondered, wondering)
    • reflect verbe (reflects, reflected, reflecting)

Translation Matrix for prakkiseren:

NounRelated TranslationsOther Translations
brood broed; broeden; broedsel; gebroed; jong gedierte; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen
muse muze
VerbRelated TranslationsOther Translations
brood nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren aftobben; tobben
cogitate nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren
consider nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren aanbevelen; aanraden; afwegen; bekijken; beraadslagen; beraden; beschouwen; bezinnen; consideren; considereren; houden voor; iemand recommanderen; iets overwegen; in acht nemen; in overweging nemen; kunnen doodvallen; nomineren; ontzien; op het oog hebben; overdenken; overleggen; overwegen; sparen; veronderstellen te zijn; verschonen; voordragen; wikken en wegen
muse nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren mijmeren; zinnen op
ponder nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren in gedachten verzonken zijn; zinnen op
reflect nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren afspiegelen; beraadslagen; bezinnen; echoën; overleggen; overwegen; reflecteren; stuiten; terugkaatsen; terugstoten; weerkaatsen; weerschijnen; weerspiegelen
think nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren achten; denken; inleven; invoelen; meeleven; voelen
wonder nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren afvragen; verwonderen; vraag stellen; vragen
OtherRelated TranslationsOther Translations
wonder wonder