Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. registreren:
  2. registeren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for registreren from Dutch to English

registreren:

registreren verbe (registreer, registreert, registreerde, registreerden, geregistreerd)

  1. registreren (opschrijven; boeken; noteren; vastleggen; optekenen)
    to register; to book; to record; to note; to write down; to note down; to inscribe; to list; to enter into
    • register verbe (registers, registered, registering)
    • book verbe (books, booked, booking)
    • record verbe (records, recorded, recording)
    • note verbe (notes, noted, noting)
    • write down verbe (writes down, wrote down, writing down)
    • note down verbe (notes down, noted down, noting down)
    • inscribe verbe (inscribes, inscribed, inscribing)
    • list verbe (lists, listed, listing)
    • enter into verbe (enters into, entered into, entering into)
  2. registreren (op schrift stellen; noteren; aantekenen; optekenen; boeken)
    to register; to record; to put in writing
    • register verbe (registers, registered, registering)
    • record verbe (records, recorded, recording)
    • put in writing verbe (puts in writing, put in writing, putting in writing)
  3. registreren
    sign up
    – To enroll in a service, often resulting in setting up a new account. 1
  4. registreren
    to register
    – To provide your name and contact information to an organization so that you can receive product information, updates, and special offers. 1
    • register verbe (registers, registered, registering)
  5. registreren
    to register
    – To automatically update the progression or output of work done outside of the application. 1
    • register verbe (registers, registered, registering)

Conjugations for registreren:

o.t.t.
  1. registreer
  2. registreert
  3. registreert
  4. registreren
  5. registreren
  6. registreren
o.v.t.
  1. registreerde
  2. registreerde
  3. registreerde
  4. registreerden
  5. registreerden
  6. registreerden
v.t.t.
  1. heb geregistreerd
  2. hebt geregistreerd
  3. heeft geregistreerd
  4. hebben geregistreerd
  5. hebben geregistreerd
  6. hebben geregistreerd
v.v.t.
  1. had geregistreerd
  2. had geregistreerd
  3. had geregistreerd
  4. hadden geregistreerd
  5. hadden geregistreerd
  6. hadden geregistreerd
o.t.t.t.
  1. zal registreren
  2. zult registreren
  3. zal registreren
  4. zullen registreren
  5. zullen registreren
  6. zullen registreren
o.v.t.t.
  1. zou registreren
  2. zou registreren
  3. zou registreren
  4. zouden registreren
  5. zouden registreren
  6. zouden registreren
en verder
  1. ben geregistreerd
  2. bent geregistreerd
  3. is geregistreerd
  4. zijn geregistreerd
  5. zijn geregistreerd
  6. zijn geregistreerd
diversen
  1. registreer!
  2. registreert!
  3. geregistreerd
  4. registrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for registreren:

NounRelated TranslationsOther Translations
book band; boek; boekje
list ledenlijst; legerlijst; lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; opnoeming; opsomming; overzicht; register; slagzij; staat; staatje; tabel; tafel
note aantekening; attest; bankbiljet; bewijs; briefje; intonatie; kattebelletje; kladbriefje; kladje; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; krabbel; krabbelbriefje; muzieknoot; noot; notitie; opschrijving; papiergeld; schrijfsel; timbre; toon; zakelijke notitie
record album; elpee; grammofoon; grammofoonplaat; l.p.; langspeelplaat; lijst; lijst van gegevens; lp; opgaaf; opgave; optekening; overzicht; plaat; rapport; record; reportage; schijf; staat; staatje; verhaal; verslag; weergave
register bevolkingsbureau; hoofdboek; kiesregister; kiezerslijst; kiezersregister; klapper; ledenlijst; lijst; register
VerbRelated TranslationsOther Translations
book boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen boekstaven; inschrijven; opgeven; te boek stellen
enter into boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen aanbinden; aangaan; aanknopen; beginnen; inboeken
inscribe boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen aanmelden; bedrukken; graveren; griffelen; griffen; inschrijven; intekenen; met een stift inkrassen; opdrukken; opgeven; overdrukken; subscriberen
list boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen een lijst maken; erbij zeggen; noemen; opnemen in een lijst; opnoemen; opsommen; vermelden
note boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
note down boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
put in writing aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; optekenen; registreren
record aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen boekstaven; inspreken; onthouden; opnemen; opslaan; te boek stellen
register aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen aanmelden; aanmonsteren; inboeken; index maken; indexeren; inschrijven; intekenen; kadastreren; noteren; opgeven; opschrijven; registeren; subscriberen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
sign up registreren contracteren; vastleggen
write down boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen noteren; opschrijven; optekenen

Wiktionary Translations for registreren:

registreren
verb
  1. vastleggen in een register

Cross Translation:
FromToVia
registreren register registrieren — in ein Register eintragen
registreren record; tape; register; enroll; enrol; keep enregistrermettre, écrire quelque chose sur un registre, ou seulement en prendre note.
registreren register; inscribe; enter; note; record inscrireécrire le nom de quelqu’un, ou prendre note, faire mention de quelque chose sur un registre, sur une liste, etc.

registreren form of registeren:

registeren verbe (registreer, registreert, registreerde, registreerden, geregistreerd)

  1. registeren (index maken; indexeren)
    to register; to indexate; to index
    • register verbe (registers, registered, registering)
    • indexate verbe (indexates, indexated, indexating)
    • index verbe (indexes, indexed, indexing)

Conjugations for registeren:

o.t.t.
  1. registreer
  2. registreert
  3. registreert
  4. registreren
  5. registreren
  6. registreren
o.v.t.
  1. registreerde
  2. registreerde
  3. registreerde
  4. registreerden
  5. registreerden
  6. registreerden
v.t.t.
  1. heb geregistreerd
  2. hebt geregistreerd
  3. heeft geregistreerd
  4. hebben geregistreerd
  5. hebben geregistreerd
  6. hebben geregistreerd
v.v.t.
  1. had geregistreerd
  2. had geregistreerd
  3. had geregistreerd
  4. hadden geregistreerd
  5. hadden geregistreerd
  6. hadden geregistreerd
o.t.t.t.
  1. zal registeren
  2. zult registeren
  3. zal registeren
  4. zullen registeren
  5. zullen registeren
  6. zullen registeren
o.v.t.t.
  1. zou registeren
  2. zou registeren
  3. zou registeren
  4. zouden registeren
  5. zouden registeren
  6. zouden registeren
en verder
  1. ben geregistreerd
  2. bent geregistreerd
  3. is geregistreerd
  4. zijn geregistreerd
  5. zijn geregistreerd
  6. zijn geregistreerd
diversen
  1. registreer!
  2. registreert!
  3. geregistreerd
  4. registrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for registeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
index hoofdboek; index; inhoud; inhoudsopgave; klapper; koersindex; register
register bevolkingsbureau; hoofdboek; kiesregister; kiezerslijst; kiezersregister; klapper; ledenlijst; lijst; register
VerbRelated TranslationsOther Translations
index index maken; indexeren; registeren indexeren; van indexnummers voorzien
indexate index maken; indexeren; registeren
register index maken; indexeren; registeren aanmelden; aanmonsteren; aantekenen; boeken; inboeken; inschrijven; intekenen; kadastreren; noteren; op schrift stellen; opgeven; opschrijven; optekenen; registreren; subscriberen; vastleggen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven

Related Words for "registeren":