Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tobben:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tobben from Dutch to English

tobben:

tobben verbe (tob, tobt, tobde, tobden, getobd)

  1. tobben
    to bother; to worry; to fret; to brood; to mope
    • bother verbe (bothers, bothered, bothering)
    • worry verbe (worries, worried, worrying)
    • fret verbe (frets, fretted, fretting)
    • brood verbe (broods, brooded, brooding)
    • mope verbe (mopes, moped, moping)

Conjugations for tobben:

o.t.t.
  1. tob
  2. tobt
  3. tobt
  4. tobben
  5. tobben
  6. tobben
o.v.t.
  1. tobde
  2. tobde
  3. tobde
  4. tobden
  5. tobden
  6. tobden
v.t.t.
  1. heb getobd
  2. hebt getobd
  3. heeft getobd
  4. hebben getobd
  5. hebben getobd
  6. hebben getobd
v.v.t.
  1. had getobd
  2. had getobd
  3. had getobd
  4. hadden getobd
  5. hadden getobd
  6. hadden getobd
o.t.t.t.
  1. zal tobben
  2. zult tobben
  3. zal tobben
  4. zullen tobben
  5. zullen tobben
  6. zullen tobben
o.v.t.t.
  1. zou tobben
  2. zou tobben
  3. zou tobben
  4. zouden tobben
  5. zouden tobben
  6. zouden tobben
en verder
  1. ben getobd
  2. bent getobd
  3. is getobd
  4. zijn getobd
  5. zijn getobd
  6. zijn getobd
diversen
  1. tob!
  2. tobt!
  3. getobd
  4. tobbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tobben [het ~] nom

  1. het tobben
    the drudgery; the worrying; the troubling; the toiling

Translation Matrix for tobben:

NounRelated TranslationsOther Translations
bother heisa; hinder; overlast; rompslomp; toestand; veel gedoe
brood broed; broeden; broedsel; gebroed; jong gedierte; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen
drudgery tobben afbeulen; beulswerk; geploeter; gewoel; gewroet; gezwoeg; hels karwei; koeliewerk; lijfeigenenwerk; slavenarbeid; slavenwerk
fret fret; gitaaraanduiding
mope druiloortje; kniesoor
toiling tobben afbeulen; geploeter; gezwoeg
troubling tobben
worry bekommernis; bezorgdheid; getob; kommer; kopzorg; ongerustheid; verontrusting; verpleging; verzorging; zorg
worrying tobben
VerbRelated TranslationsOther Translations
bother tobben lastig maken; lastigvallen; obstructie plegen; storen; teisteren
brood tobben aftobben; nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren
fret tobben aftobben
mope tobben
worry tobben aftobben; bezorgd wezen; in zorg zijn
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
worrying erg; ernstig; kwalijk; piekerig; tobberig; van bedenkelijke aard; zwaartillend

Wiktionary Translations for tobben:

tobben
verb
  1. zich ergens zorgen over maken