Summary


Dutch

Detailed Translations for verlinken from Dutch to English

verlinken:

verlinken verbe (verlink, verlinkt, verlinkte, verlinkten, verlinkt)

  1. verlinken (verraden; uitbrengen; verklikken; )
    to betray; to squeak; to inform against; peach; to squeal; to give away
    • betray verbe (betraies, betrayed, betraying)
    • squeak verbe (squeaks, squeaked, squeaking)
    • inform against verbe (informs against, informed against, informing against)
    • peach verbe
    • squeal verbe (squeals, squealled, squealling)
    • give away verbe (gives away, gave away, giving away)
  2. verlinken (verklikken; verraden; verklappen; klikken)
    to reveal; to squeal; to disclose; to blab; to give away; to inform against
    • reveal verbe (reveals, revealed, revealing)
    • squeal verbe (squeals, squealled, squealling)
    • disclose verbe (discloses, disclose, disclosing)
    • blab verbe (blabs, blabbed, blabbing)
    • give away verbe (gives away, gave away, giving away)
    • inform against verbe (informs against, informed against, informing against)

Conjugations for verlinken:

o.t.t.
  1. verlink
  2. verlinkt
  3. verlinkt
  4. verlinken
  5. verlinken
  6. verlinken
o.v.t.
  1. verlinkte
  2. verlinkte
  3. verlinkte
  4. verlinkten
  5. verlinkten
  6. verlinkten
v.t.t.
  1. heb verlinkt
  2. hebt verlinkt
  3. heeft verlinkt
  4. hebben verlinkt
  5. hebben verlinkt
  6. hebben verlinkt
v.v.t.
  1. had verlinkt
  2. had verlinkt
  3. had verlinkt
  4. hadden verlinkt
  5. hadden verlinkt
  6. hadden verlinkt
o.t.t.t.
  1. zal verlinken
  2. zult verlinken
  3. zal verlinken
  4. zullen verlinken
  5. zullen verlinken
  6. zullen verlinken
o.v.t.t.
  1. zou verlinken
  2. zou verlinken
  3. zou verlinken
  4. zouden verlinken
  5. zouden verlinken
  6. zouden verlinken
diversen
  1. verlink!
  2. verlinkt!
  3. verlinkt
  4. verlinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verlinken:

NounRelated TranslationsOther Translations
give away weggeven
peach beminde; dot; duifje; hartekind; hartje; liefje; liefste; lieve; perzik; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoes; troeteltje
squeak pieptoon
squeal gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
VerbRelated TranslationsOther Translations
betray aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden beschamen; teleurstellen; vertrouwen schenden
blab klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden babbelen; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; flappen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; kwijlen; lullen; overbrieven; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; uit de school klappen; uitflappen; verklappen; verklikken; verraden; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
disclose klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden bloot leggen; klikken; ontpoppen; reveleren; verklappen
give away aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; ten huwelijk geven; uithuwelijken; uithuwen; vergeven; vergiffenis schenken; verklappen; weggeven; wegschenken
inform against aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; verklappen
peach aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; verklappen
reveal klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden bloot leggen; klikken; ontdekken; ontpoppen als; ontsluieren; ontwaren; openbaren; opsporen; reveleren; verklappen; zich uiten
squeak aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden piepen
squeal aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden blaffen; brullen; huilen; janken; keffen; klikken; krijsen; uitgieren; uitgillen; uitkrijsen; verklappen