Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verwerken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwerken from Dutch to English

verwerken:

verwerken verbe (verwerk, verwerkt, verwerkte, verwerkten, verwerkt)

  1. verwerken
    to process; to use up
    • process verbe (processes, processed, processing)
    • use up verbe (uses up, used up, using up)

Conjugations for verwerken:

o.t.t.
  1. verwerk
  2. verwerkt
  3. verwerkt
  4. verwerken
  5. verwerken
  6. verwerken
o.v.t.
  1. verwerkte
  2. verwerkte
  3. verwerkte
  4. verwerkten
  5. verwerkten
  6. verwerkten
v.t.t.
  1. heb verwerkt
  2. hebt verwerkt
  3. heeft verwerkt
  4. hebben verwerkt
  5. hebben verwerkt
  6. hebben verwerkt
v.v.t.
  1. had verwerkt
  2. had verwerkt
  3. had verwerkt
  4. hadden verwerkt
  5. hadden verwerkt
  6. hadden verwerkt
o.t.t.t.
  1. zal verwerken
  2. zult verwerken
  3. zal verwerken
  4. zullen verwerken
  5. zullen verwerken
  6. zullen verwerken
o.v.t.t.
  1. zou verwerken
  2. zou verwerken
  3. zou verwerken
  4. zouden verwerken
  5. zouden verwerken
  6. zouden verwerken
diversen
  1. verwerk!
  2. verwerkt!
  3. verwerkt
  4. verwerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwerken:

NounRelated TranslationsOther Translations
process poortnummer; proces; uitsteeksel
VerbRelated TranslationsOther Translations
process verwerken
use up verwerken bezetten; doorjagen; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; verbruiken

Wiktionary Translations for verwerken:

verwerken
verb
  1. een grondstof of halffabrikaat gebruiken om een eindproduct te vervaardigen
  2. overdrachtelijk: geestelijk in het reine komen met een moeilijkheid of verandering

Cross Translation:
FromToVia
verwerken digest digérer — Action d’élaborer la nourriture mangée
verwerken implement; make use of mettre en œuvreemployer à quelque usage.

Related Translations for verwerken