Dutch

Detailed Translations for vurigheid from Dutch to English

vurigheid:

vurigheid [de ~ (v)] nom

  1. de vurigheid (temperament)
    the temperament; the temper; the liveliness; the vivacity; the disposition; the proclivity; the nature; the rush; the excitement; the inclination
  2. de vurigheid (passie; hartstocht; overgave; )
    the passion; the heartiness; the ardor; the craze; the ardour; the fieriness; the fire

Translation Matrix for vurigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
ardor gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur drift; elan; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; innigheid; liefde; lust; passie; pit; vlam; vuur; wellust
ardour gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur drift; elan; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; innigheid; liefde; lust; passie; pit; vlam; vuur; wellust
craze gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur drift; genoegen; genot; lust; manie; overdreven voorliefde; pathologische opgewondenheid; rage; wellust
disposition temperament; vurigheid aard; arrangement; confessie; geaardheid; geloof; geloofsovertuiging; gemoed; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gezindheid; gezindte; inborst; indeling; inslag; karakter; mentaliteit; natuur; opstelling; ordening; overtuiging; rangschikking; schikking; temperament; vaststaande mening
excitement temperament; vurigheid gevoel; jubelkreten; jubels; opgetogenheid; opgewondenheid; opwinding; seksuele geprikkeldheid; sentiment; vreugdekreten; vreugdeschreeuwen
fieriness gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur driftigheid; heftigheid
fire gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur brand; fik; haardvuur; kachel; kacheltje; kleine kachel; schieten; verwarming; vuren; vuur
heartiness gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur aardigheid; hartelijkheid; jovialiteit; vriendelijkheid
inclination temperament; vurigheid confessie; declinatie; flauwe helling; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; genegenheid; geneigdheid; gezindheid; gezindte; glooiing; glooiingshoek; hang; inborst; inclinatie; neiging; overtuiging; strekking; temperament; tendens; vaststaande mening
liveliness temperament; vurigheid beweeglijkheid; drukte; levendigheid; ongedurigheid; opgewektheid; vrolijkheid
nature temperament; vurigheid aard; geaardheid; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; karakter; natuur; temperament
passion gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur begeerte; bezetenheid; devotie; drift; genegenheid; genoegen; genot; gevoel; hartstocht; heftig verlangen; ijver; inzet; jool; leut; lust; obsessie; overgave; passie; plezier; pret; seksuele begeerte; sentiment; toegewijdheid; toewijding; trouw; vuur; wellust; zorgzaamheid
proclivity temperament; vurigheid
rush temperament; vurigheid aanval; attaque; bestorming; drukte; gedrang; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; offensief; overijling; run; runs; spoed; stormaanval; stormloop; stormlopen; teveel aan bezigheden; toeloop; toevloed
temper temperament; vurigheid bui; driftbui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming; woedeaanval
temperament temperament; vurigheid
vivacity temperament; vurigheid drukte; levendigheid; opgewektheid; vrolijkheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
fire aan de dijk zetten; aanmoedigen; aanvuren; afbranden; afdanken; afschieten; afvloeien; afvuren; bezielen; congé geven; eruit gooien; leegbranden; ontheffen; ontslaan; platbranden; schieten; schoten lossen; toejuichen; uitbranden; uitsturen; van zijn positie verdrijven; verzenden; vuren; wegsturen; wegzenden
rush draven; haasten; hard rennen; hollen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opjagen; opschieten; pezen; reppen; snellen; spoeden; sprinten; stormlopen; tempo maken; tot spoed aanzetten; vliegen; zich haasten; zich spoeden
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
rush rieten

Related Words for "vurigheid":


Wiktionary Translations for vurigheid:


Cross Translation:
FromToVia
vurigheid impetuosity impétuositécaractère de ce qui est impétueux, fougueux, ardent, violent.

vurigheid form of vurig:


Translation Matrix for vurig:

NounRelated TranslationsOther Translations
burning branden; brandplek; brandwond; verbrandheid; verbranding
scalding brandplek; brandwond; verbrandheid; verbranding; verschroeiing; verzenging
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
ardent fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig bedreven; fel; heftig; hevig; noest; onvermoeibaar; spiritueus; verwoed
burning brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm brandend; vlammend
fervent fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig heftig; hevig
fierce gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig bitter teleurgesteld; boos; dol; erg; fel; felle; furieus; heftig; hels; hevig; intens; intensief; kokend; krachtig; kwaad; laaiend; nijdig; onbeheerst; onstuimig; razend; tierend; verbitterd; verwoed; woedend; woest; ziedend
fiery verhit; vurig bitter; brandbaar; giftig; heetbloedig; heethoofdig; kwaad; nijdig; ontbrandbaar; ontvlambaar; woedend; zeer boos
heated verhit; vurig fel; geagiteerd; geil; heet; heftig; hevig; hitsig; levendig; opgewonden; seksueel opgewonden; verhit; verwoed
hot-blooded gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig heetbloedig; heethoofdig
hot-tempered gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig heetbloedig; heethoofdig
impassioned fervent; vurig bevlogen; bezield; enthousiast; geestdriftig; gloedvol
intense gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig acuut; erg; fel; gevoelig; gevoelvol; heftig; hevig; intens; intensief; krachtig; sentimenteel; verwoed
keen fervent; vurig begerig; bijdehand; briljant; gevat; gretig; happig; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; messcherp; pienter; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spits; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; verlekkerd; vindingrijk
passionate fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; met hevige passie; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig bezetene; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fanatieke; fel; fideel; fleurig; geestig; heftig; hevig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; verwoed; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
temperamental gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
broiling brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm bloedheet; smoorheet
hot-headed verhit; vurig heetbloedig; heethoofdig
scalding brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm
temperamentful gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig

Related Words for "vurig":

  • vurigheid, vuriger, vurigere, vurigst, vurigste, vurige

Related Definitions for "vurig":

  1. heftig en hartstochtelijk1
    • ze hoopte vurig dat hij zou komen1

Wiktionary Translations for vurig:

vurig
adjective
  1. full or ardour
  1. fast