Dutch

Detailed Translations for ambacht from Dutch to Spanish

ambacht:

ambacht [het ~] nom

  1. het ambacht (métier; stiel; vak)
    la asignatura; la artesanía; la mercancía; la profesión; la caseta; el apelación; el asunto; el trabajo; la causa; la casilla; el asuntos; la actividades; la aventura; el compartimiento; la actividad
  2. het ambacht (werk; arbeid; taak; )
    el trabajo; la actividad; el cargo; el empleo; la obra

Translation Matrix for ambacht:

NounRelated TranslationsOther Translations
actividad ambacht; arbeid; bezigheid; inspanning; métier; stiel; taak; vak; werk; werkzaamheid Windows Workflow Foundation-activiteit; activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; grote daad; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; prestatie; roerigheid; verrichting; vlijt; vlijtigheid; voortvarendheid; werken; werking; werklust; werkstroomactiviteit; werkzaamheid; zakelijke activiteit
actividades ambacht; métier; stiel; vak werkzaamheden
apelación ambacht; métier; stiel; vak appel; appèl; beroep juridisch; beroep doen op; inroeping; naamafroeping
artesanía ambacht; métier; stiel; vak ambachtsgilde; handwerksgilde
asignatura ambacht; métier; stiel; vak afstudeerrichting; studierichting
asunto ambacht; métier; stiel; vak aangelegenheid; affaire; chapiter; geval; hoofdstuk; issue; kapittel; kwestie; kwesties; onderwerp; opgaaf; opgave; probleem; problematiek; problemen; punt; subject; thema; thema van een boek; vraagstuk; zaak; zwaarte
asuntos ambacht; métier; stiel; vak aangelegenheden; affaires; bezigheden; onderwerpen; thema's; zaken
aventura ambacht; métier; stiel; vak avonturen; avontuur; escapade; gewaagde onderneming; gok; kans; lotgeval; lotgevallen; risico; risicovolle onderneming; uitstapje; waagstuk; weddenschap
cargo ambacht; arbeid; bezigheid; inspanning; taak; vak; werk; werkzaamheid aantijging; ambt; belading; beschuldiging; betrekking; cargo; functie; inlading; inscheping; insinuatie; karrenvracht; lading; last; verdachtmaking; vracht; vrachtgoed
caseta ambacht; métier; stiel; vak hok; hokje; huis; hut; hutje; kot; krot; optrekje; stulp; verblijf; verdeling
casilla ambacht; métier; stiel; vak hok; hokje; hol; hol van een dier; huis; huisje; hut; hutje; leger; optrekje; schuilplaats; selectievakje; stulp; vakje; verblijf
causa ambacht; métier; stiel; vak aanleiding; beweegreden; drijfveer; geding; motief; motivatie; oorzaak; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak; reden; veroorzaking
compartimiento ambacht; métier; stiel; vak compartiment; coupé; verdeling
empleo ambacht; arbeid; bezigheid; inspanning; taak; vak; werk; werkzaamheid aanwending; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; bezigheid; dienst; dienstbetrekking; functie; gebruik; hobby; inzet; job; karwei; kerkviering; loonarbeid; loonwerk; mis; positie; toepassing; werk; werkgelegenheid; werkkring; werkplek
mercancía ambacht; métier; stiel; vak basisproduct; handel; handelsverkeer; handelswaar; klandizie; koophandel; koopwaar; makelij; negotie; nering; vrachtgoed; waar
obra ambacht; arbeid; bezigheid; inspanning; taak; vak; werk; werkzaamheid arbeid; bezigheid; hobby; ijver; ijverigheid; job; karwei; loonarbeid; loonwerk; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; opus; pennenvrucht; vlijt; vlijtigheid; werk; werklust; werkzaamheid
profesión ambacht; métier; stiel; vak ambt; beroep; beroepsgroep; branche; broodwinning; kostwinning; metier; professie; vak; werk
trabajo ambacht; arbeid; bezigheid; inspanning; métier; stiel; taak; vak; werk; werkzaamheid arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; beroep; bezigheid; broodwinning; dienstbetrekking; functie; gespeel; grote daad; hobby; job; karwei; kinderspel; kostwinning; loonarbeid; loonwerk; positie; prestatie; taak; vak; verrichting; werk

Related Words for "ambacht":

  • ambachten

Wiktionary Translations for ambacht:

ambacht
noun
  1. een handwerkvak dat vaak aanzienlijke vaardigheden vereist

Cross Translation:
FromToVia
ambacht artesanía handicraft — trade requiring skill of hand
ambacht artesanía artisanatensemble des questions relatif à la situation des artisans.
ambacht oficio métierprofession.