Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. boetseren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for boetseren from Dutch to Spanish

boetseren:

boetseren verbe (boetseer, boetseert, boetseerde, boetseerden, geboetseerd)

  1. boetseren (vorm geven; vormen; modelleren)

Conjugations for boetseren:

o.t.t.
  1. boetseer
  2. boetseert
  3. boetseert
  4. boetseren
  5. boetseren
  6. boetseren
o.v.t.
  1. boetseerde
  2. boetseerde
  3. boetseerde
  4. boetseerden
  5. boetseerden
  6. boetseerden
v.t.t.
  1. heb geboetseerd
  2. hebt geboetseerd
  3. heeft geboetseerd
  4. hebben geboetseerd
  5. hebben geboetseerd
  6. hebben geboetseerd
v.v.t.
  1. had geboetseerd
  2. had geboetseerd
  3. had geboetseerd
  4. hadden geboetseerd
  5. hadden geboetseerd
  6. hadden geboetseerd
o.t.t.t.
  1. zal boetseren
  2. zult boetseren
  3. zal boetseren
  4. zullen boetseren
  5. zullen boetseren
  6. zullen boetseren
o.v.t.t.
  1. zou boetseren
  2. zou boetseren
  3. zou boetseren
  4. zouden boetseren
  5. zouden boetseren
  6. zouden boetseren
diversen
  1. boetseer!
  2. boetseert!
  3. geboetseerd
  4. boetserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for boetseren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dar forma boetseren; modelleren; vorm geven; vormen gestalte geven; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven aan; vormen; vormgeven
elaborar boetseren; modelleren; vorm geven; vormen afbakenen; afpalen; afwisselen; afzetten; begrenzen; behandelen; fabriceren; herzien; maken; omlijnen; ontplooien; ontwikkelen; produceren; tot ontwikkeling brengen; tot wasdom komen; uitstippelen; uitzetten; veranderen; vervaardigen; verwisselen; verzorgen; voortbrengen; wijzigen
formar boetseren; modelleren; vorm geven; vormen aanstellen; afketsen; afstemmen; afwijzen; arrangeren; benoemen; bijbrengen; formeren; iets op touw zetten; in het leven roepen; initiëren; installeren; instellen; kneden; leren; maken; modelleren; onderwijzen; op gang brengen; opleiden; regelen; scheppen; scholen; terugwijzen; vervaardigen; verweren; verwerpen; vormen; vormgeven; wegstemmen
modelar boetseren; modelleren; vorm geven; vormen kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen; vormgeven

Wiktionary Translations for boetseren:

boetseren
verb
  1. (overgankelijk) het (kunstzinnig) vormen van kneedbaar materiaal

Cross Translation:
FromToVia
boetseren tallar hew — to shape; to form
boetseren modelar modelerfaçonner une matière molle pour en faire une forme.