Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. inloten:


Dutch

Detailed Translations for inloten from Dutch to Spanish

inloten:

inloten verbe (loot in, lootte in, lootten in, ingeloot)

  1. inloten
    sortear; rifar

Conjugations for inloten:

o.t.t.
  1. loot in
  2. loot in
  3. loot in
  4. loten in
  5. loten in
  6. loten in
o.v.t.
  1. lootte in
  2. lootte in
  3. lootte in
  4. lootten in
  5. lootten in
  6. lootten in
v.t.t.
  1. ben ingeloot
  2. bent ingeloot
  3. is ingeloot
  4. zijn ingeloot
  5. zijn ingeloot
  6. zijn ingeloot
v.v.t.
  1. was ingeloot
  2. was ingeloot
  3. was ingeloot
  4. waren ingeloot
  5. waren ingeloot
  6. waren ingeloot
o.t.t.t.
  1. zal inloten
  2. zult inloten
  3. zal inloten
  4. zullen inloten
  5. zullen inloten
  6. zullen inloten
o.v.t.t.
  1. zou inloten
  2. zou inloten
  3. zou inloten
  4. zouden inloten
  5. zouden inloten
  6. zouden inloten
en verder
  1. heb ibgeloot
  2. hebt ingeloot
  3. heeft ingeloot
  4. hebben ingeloot
  5. hebben ingeloot
  6. hebben ingeloot
diversen
  1. loot in!
  2. loot in!
  3. ingeloot
  4. inlotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inloten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rifar inloten loten; uitloten; verloten
sortear inloten arrangeren; groeperen; indelen; loten; mijden; omzeilen; ontlopen; ontwijken; ordenen; rangeren; schiften; sorteren; systematiseren; uit de weg gaan; uitloten; uitwijken voor iets; uitzoeken; verloten; vermijden