Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. omhoog rijzen:


Dutch

Detailed Translations for omhoog rijzen from Dutch to Spanish

omhoog rijzen:

omhoog rijzen verbe (rijs omhoog, rijst omhoog, rees omhoog, rezen omhoog, omhoog gerezen)

  1. omhoog rijzen (omhoogstijgen; stijgen; rijzen; omhoog komen; aanwassen)
    subir; ascender

Conjugations for omhoog rijzen:

o.t.t.
  1. rijs omhoog
  2. rijst omhoog
  3. rijst omhoog
  4. rijzen omhoog
  5. rijzen omhoog
  6. rijzen omhoog
o.v.t.
  1. rees omhoog
  2. rees omhoog
  3. rees omhoog
  4. rezen omhoog
  5. rezen omhoog
  6. rezen omhoog
v.t.t.
  1. ben omhoog gerezen
  2. bent omhoog gerezen
  3. is omhoog gerezen
  4. zijn omhoog gerezen
  5. zijn omhoog gerezen
  6. zijn omhoog gerezen
v.v.t.
  1. was omhoog gerezen
  2. was omhoog gerezen
  3. was omhoog gerezen
  4. waren omhoog gerezen
  5. waren omhoog gerezen
  6. waren omhoog gerezen
o.t.t.t.
  1. zal omhoog rijzen
  2. zult omhoog rijzen
  3. zal omhoog rijzen
  4. zullen omhoog rijzen
  5. zullen omhoog rijzen
  6. zullen omhoog rijzen
o.v.t.t.
  1. zou omhoog rijzen
  2. zou omhoog rijzen
  3. zou omhoog rijzen
  4. zouden omhoog rijzen
  5. zouden omhoog rijzen
  6. zouden omhoog rijzen
diversen
  1. rijs omhoog!
  2. rijst omhoog!
  3. omhoog gerezen
  4. omhoog rijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omhoog rijzen:

NounRelated TranslationsOther Translations
subir opklimmen; oprijden; stijgen
VerbRelated TranslationsOther Translations
ascender aanwassen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogstijgen; rijzen; stijgen beklimmen; bevorderd worden; bovenkomen; de hoogte ingaan; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; klimmen; omhoog gaan; omhoogklimmen; omhoogkomen; omhoogstijgen; opklauteren; opklimmen; oprijzen; opstijgen; opvliegen; opwaarts gaan; rijzen; stijgen; zich opwerken
subir aanwassen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogstijgen; rijzen; stijgen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bevorderd worden; binnenrijden; bovenkomen; de hoogte ingaan; eindje meerijden; erop vooruit gaan; gedijen; groeien; groter worden; heffen; hijsen; hoger maken; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; inrijden; lichten; naar boven gaan; naar boven rijden; omhoog brengen; omhoog doen; omhooggaan; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogleiden; omhooglopen; omhoogrijden; omhoogschroeven; omhoogstappen; omhoogvoeren; ontspinnen; opgaan; opheffen; ophijsen; ophogen; oprijden; oprijzen; opstijgen; optillen; opvliegen; opwaarts rijden; opzetten; rijzen; stijgen; tillen; toenemen; verhogen; vermeerderen; vooruitkomen; vorderen; zich opwerken

Related Translations for omhoog rijzen