Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ontplooiing:


Dutch

Detailed Translations for ontplooiing from Dutch to Spanish

ontplooiing:

ontplooiing [de ~ (v)] nom

  1. de ontplooiing (geestelijke vorming; ontwikkeling; vooruitgang; vorming)
    el desarrollo; la formación mental; la educación
  2. de ontplooiing (wasdom; ontwikkeling; bloei; groei)
    el desarrollo; el crecimiento

Translation Matrix for ontplooiing:

NounRelated TranslationsOther Translations
crecimiento bloei; groei; ontplooiing; ontwikkeling; wasdom aangroei; aanwas; aanwinst; bloei; bloeiperiode; expansie; gezwel; groei; groter worden; klimmen; knobbel; omhoogkomen; opbloei; opstijgen; stijgen; stijging; toename; toeneming; tot bloei komen; tumor; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; vooruitgang; vordering
desarrollo bloei; geestelijke vorming; groei; ontplooiing; ontwikkeling; vooruitgang; vorming; wasdom afleiding; afleidingsmanoeuvre; bedenking; bezwaar; bron; draaiboek; expansie; filmscenario; groei; groeien; groeiproces; ontwikkeling; opstand; rebellie; rivierbron; scenario; tegenstand; tegenwind; uitbreiding; verzet; weerstand
educación geestelijke vorming; ontplooiing; ontwikkeling; vooruitgang; vorming bekwaming; beleefdheid; betamelijkheid; correctheid; cursus; dresseren; dressuur; educatie; instructie; kundig maken; lering; les; oefening; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijswezen; opleiding; opvoeding; scholing; schoolopleiding; training; urbaniteit; vaardigheidsoefening; vorming
formación mental geestelijke vorming; ontplooiing; ontwikkeling; vooruitgang; vorming