Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. overeenbrengen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overeenbrengen from Dutch to Spanish

overeenbrengen:

overeenbrengen verbe (breng overeen, brengt overeen, bracht overeen, brachten overeen, overeen gebracht)

  1. overeenbrengen

Conjugations for overeenbrengen:

o.t.t.
  1. breng overeen
  2. brengt overeen
  3. brengt overeen
  4. brengen overeen
  5. brengen overeen
  6. brengen overeen
o.v.t.
  1. bracht overeen
  2. bracht overeen
  3. bracht overeen
  4. brachten overeen
  5. brachten overeen
  6. brachten overeen
v.t.t.
  1. heb overeen gebracht
  2. hebt overeen gebracht
  3. heeft overeen gebracht
  4. hebben overeen gebracht
  5. hebben overeen gebracht
  6. hebben overeen gebracht
v.v.t.
  1. had overeen gebracht
  2. had overeen gebracht
  3. had overeen gebracht
  4. hadden overeen gebracht
  5. hadden overeen gebracht
  6. hadden overeen gebracht
o.t.t.t.
  1. zal overeenbrengen
  2. zult overeenbrengen
  3. zal overeenbrengen
  4. zullen overeenbrengen
  5. zullen overeenbrengen
  6. zullen overeenbrengen
o.v.t.t.
  1. zou overeenbrengen
  2. zou overeenbrengen
  3. zou overeenbrengen
  4. zouden overeenbrengen
  5. zouden overeenbrengen
  6. zouden overeenbrengen
diversen
  1. breng overeen!
  2. brengt overeen!
  3. overeen gebracht
  4. overeen brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overeenbrengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ajustar overeenbrengen aanpassen; afstellen; afstemmen; betamen; bijstellen; conveniëren; correct zijn; deugen; ervan uitgaan; fijn bewerken; geschikt zijn; herstellen; in orde brengen; in orde maken; innaaien; kloppen; passen; passend zijn; regelen; repareren; strak maken; uitkomen; uitlijnen; uitrekken; vernieuwen
conjugar overeenbrengen declineren; verbuigen; vervoegen

Wiktionary Translations for overeenbrengen:


Cross Translation:
FromToVia
overeenbrengen conciliar concilieraccorder ensemble des personnes diviser d’opinion, d’intérêt.