Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. rechtschapenheid:
  2. rechtschapen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rechtschapenheid from Dutch to Spanish

rechtschapenheid:

rechtschapenheid [de ~ (v)] nom

  1. de rechtschapenheid (oprechtheid; eerlijkheid)
    la sinceridad; la honestidad; la cordialidad; la fidelidad; la candidez; la apertura; la abertura; el candor; la honradez

Translation Matrix for rechtschapenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
abertura eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid aanvang; achterbuurt; begin; buurtschap; doorkijk; gat; gehucht; gribus; insnijding; inzet; kijkje; kloof; krottenbuurt; krottenwijk; lek; lekken; onbevangenheid; openhartigheid; openheid; opening; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; spleet; split; staartstuk; start; stuit; tussenruimte; uitsparing
apertura eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid buurtschap; gat; gehucht; ontsluiten; ontsluiting; openhartigheid; openheid; openlegging; openstelling; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; voorprogramma
candidez eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid argeloosheid; goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit; naïviteit; onbedorvenheid; onschuld; openhartigheid; openheid; oprechtheid; puurheid; rondborstigheid; rondheid; waarheidszin
candor eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid
cordialidad eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid aardigheid; gastvrijheid; gemoedelijkheid; gezelligheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; jovialiteit; knusheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; vriendelijkheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid
fidelidad eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid aanhankelijkheid; affectie; beeldkwaliteit; gehechtheid; getrouwheid; integriteit; loyaliteit; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; trouw; trouwhartigheid; verknochtheid
honestidad eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid braafheid; clementie; compassie; getrouwheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; integriteit; keurigheid; loyaliteit; mildheid; netheid; onberispelijkheid; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; ordelijkheid; properheid; rondborstigheid; rondheid; smetteloosheid; trouw; trouwhartigheid; welwillendheid
honradez eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid betamelijkheid; clementie; compassie; deugd; fatsoen; fatsoenlijkheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; keurigheid; mildheid; netheid; onberispelijkheid; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordelijkheid; rondborstigheid; rondheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid; welwillendheid
sinceridad eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid getrouwheid; integriteit; loyaliteit; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; puurheid; rondborstigheid; rondheid; trouw; trouwhartigheid; welgemeendheid

Related Words for "rechtschapenheid":


rechtschapenheid form of rechtschapen:


Translation Matrix for rechtschapen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fiel godsdienstige; godvruchtige; vrome
honesto eerlijke; rechtschapene
honrado eerlijke; rechtschapene
recto endeldarm
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bueno braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; attent; attractief; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; braaf; braafjes; charmant; correct; deugdzaam; fijn; goddelijk; goed; goedaardig; goedhartig; heerlijk; hemels; hulpvaardig; juist; knap; lekker; lief; momenteel; mooi; nou; nu; op dit moment; paradijselijk; plezierig; precies; prettig; smakelijk; subtiel; tegenwoordig; tja; verlokkend; verrukkelijk; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zalig; ziezo; zoet
correcto eerlijk; open; oprecht; rechtschapen beschaafd; chic; correct; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; elegant; esthetisch; fair; fatsoenlijk; foutloos; gepast; goed; juist; keurig; modieuze verfijning; netjes; netto; onbelast; onberispelijk; onbesproken; onvermengd; onversneden; ordentelijk; perfect; precies; puur; sec; smaakvol; stijlvol; terdege; verfijnd; volmaakt; wel degelijk; welgemanierd; welopgevoed; zedig; zuiver
fiel braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig eerlijk; expressief; fideel; getrouw; getrouwe; loyaal; loyale; natuurgetrouw; openhartig; oprecht; realistisch; rondborstig; sprekend; trouw; trouwe; trouwhartig; vol uitdrukking; waarheidsgetrouw
honesto braaf; eerlijk; integer; onbesproken; onkreukbaar; open; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig betamelijk; betrouwbaar; braafjes; degelijk; degelijke; deugdelijk; deugdzaam; echt; eerbaar; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; fideel; gedegen; geschikt; in hart en nieren; keurig; kies; kuis; net; netjes; ongeveinsd; openhartig; oprecht; ordentelijk; rechtgeaard; rein; respectabel; rondborstig; schoon; tof; trouwhartig; van goede hoedanigheid; welgevoeglijk; welvoeglijk; zedig
honrado braaf; eerlijk; open; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig contemplatief; deugdzaam; eerbaar; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; fideel; getrouw; keurig; kies; loyaal; netjes; openhartig; oprecht; ordentelijk; respectabel; rondborstig; trouw; trouwhartig; zedig
intachable integer; onbesproken; onkreukbaar; rechtschapen correct; keurig; onberispelijk; onbesproken; onbezoedeld
leal braaf; eerlijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig eerlijk; fideel; getrouw; getrouwe; loyaal; loyale; openhartig; oprecht; rondborstig; toegewijd; trouw; trouwe; trouwhartig
recto braaf; eerlijk; integer; onbesproken; onkreukbaar; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig direct; duidelijk; eerlijk; fideel; kaarsrecht; lijnrecht; linea recta; loodrecht; openhartig; oprecht; recht; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht; rondborstig; trouwhartig
sincero braaf; eerlijk; open; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig diep; diepgevoeld; echt; eerlijk; fair; fideel; gemeend; goedbedoeld; innig; intens; intensief; intiem; menens; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; rondborstig; ronduit; trouwhartig; van harte; vertrouwelijk; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; welgemeend
íntegro eerlijk; integer; onbesproken; onkreukbaar; open; oprecht; rechtschapen eerlijk; faliekant; fideel; finaal; gaaf; hartstikke; helemaal; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbeschadigd; ongebruikt; ongeopend; ongerept; onverkort; openhartig; oprecht; puntgaaf; puur; rondborstig; trouwhartig; vierkant; virginaal; volstrekt; zuiver

Related Words for "rechtschapen":


Wiktionary Translations for rechtschapen:


Cross Translation:
FromToVia
rechtschapen justo; equitativo fair — just, equitable