Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aan kracht inboeten:


Dutch

Detailed Translations for aan kracht inboeten from Dutch to French

aan kracht inboeten:

aan kracht inboeten verbe (boet aan kracht in, boette aan kracht in, boetten aan kracht in, aan kracht ingeboet)

  1. aan kracht inboeten (verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; zwak worden)
    affaiblir; atténuer; épuiser; perdre sa force; s'affaiblir
    • affaiblir verbe (affaiblis, affaiblit, affaiblissons, affaiblissez, )
    • atténuer verbe (atténue, atténues, atténuons, atténuez, )
    • épuiser verbe (épuise, épuises, épuisons, épuisez, )
    • s'affaiblir verbe

Conjugations for aan kracht inboeten:

o.t.t.
  1. boet aan kracht in
  2. boet aan kracht in
  3. boet aan kracht in
  4. boeten aan kracht in
  5. boeten aan kracht in
  6. boeten aan kracht in
o.v.t.
  1. boette aan kracht in
  2. boette aan kracht in
  3. boette aan kracht in
  4. boetten aan kracht in
  5. boetten aan kracht in
  6. boetten aan kracht in
v.t.t.
  1. heb aan kracht ingeboet
  2. hebt aan kracht ingeboet
  3. heeft aan kracht ingeboet
  4. hebben aan kracht ingeboet
  5. hebben aan kracht ingeboet
  6. hebben aan kracht ingeboet
v.v.t.
  1. had aan kracht ingeboet
  2. had aan kracht ingeboet
  3. had aan kracht ingeboet
  4. hadden aan kracht ingeboet
  5. hadden aan kracht ingeboet
  6. hadden aan kracht ingeboet
o.t.t.t.
  1. zal aan kracht inboeten
  2. zult aan kracht inboeten
  3. zal aan kracht inboeten
  4. zullen aan kracht inboeten
  5. zullen aan kracht inboeten
  6. zullen aan kracht inboeten
o.v.t.t.
  1. zou aan kracht inboeten
  2. zou aan kracht inboeten
  3. zou aan kracht inboeten
  4. zouden aan kracht inboeten
  5. zouden aan kracht inboeten
  6. zouden aan kracht inboeten
diversen
  1. boet aan kracht in!
  2. boet aan kracht in!
  3. aan kracht ingeboet
  4. aan kracht inboetende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aan kracht inboeten:

NounRelated TranslationsOther Translations
s'affaiblir wegsterven
VerbRelated TranslationsOther Translations
affaiblir aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden aftakelen; ontkrachten; ontzenuwen; verzwakken; weerleggen; wegglijden
atténuer aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden aftakelen; lenigen; ontharden; verlichten; vermurwen; vervriendelijken; verweken; verzachten; verzwakken; week worden; wegglijden; zachtmaken
perdre sa force aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden
s'affaiblir aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden kwijnen; tanen; verflauwen; verkwijnen; verslappen; wegkwijnen; wegslinken
épuiser aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden afbeulen; afjakkeren; afmatten; afsloven; decimeren; dunnen; minder talrijk maken; moe maken; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; ploeteren; sappelen; slopen; sloven; uitdunnen; uitputten; verdorsten; vermoeien; wegkappen; zich afsloven; zwoegen

Related Translations for aan kracht inboeten