Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ervanaf houden:


Dutch

Detailed Translations for ervanaf houden from Dutch to French

ervanaf houden:

ervanaf houden verbe

  1. ervanaf houden (weerhouden; beletten; afhouden)
    retenir; empêcher; arrêter; contrecarrer; stopper; dissuader
    • retenir verbe (retiens, retient, retenons, retenez, )
    • empêcher verbe (empêchs, empêcht, empêchons, empêchez, )
    • arrêter verbe (arrête, arrêtes, arrêtons, arrêtez, )
    • contrecarrer verbe (contrecarre, contrecarres, contrecarrons, contrecarrez, )
    • stopper verbe (stoppe, stoppes, stoppons, stoppez, )
    • dissuader verbe (dissuade, dissuades, dissuadons, dissuadez, )

Translation Matrix for ervanaf houden:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrêter aborteren; stilhouden; stoppen
VerbRelated TranslationsOther Translations
arrêter afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden aanhouden; aflaten; afsluiten; afzetten; arresteren; beslissen; besluiten; beëindigen; dwarsbomen; dwarsliggen; een einde maken aan; eindigen; ermee uitscheiden; gesprek beëindigen; gevangennemen; halt houden; in hechtenis nemen; inrekenen; opgeven; ophouden; oppakken; remmen; staken; stelpen; stillen; stilstaan; stilzetten; stoppen; stopzetten; tegenhouden; tegenwerken; temporiseren; tot staan brengen; tot stilstand brengen; tot stilstand komen; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitscheiden; uitzetten; vatten; vertragen
contrecarrer afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden beperken; dwarsbomen; dwarsliggen; een kruis slaan; hinderen; indammen; inkapselen; inperken; kruisen; laveren; limiteren; onmogelijk maken; storen; tegen de wind in varen; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verhinderen; weerstreven
dissuader afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden afraden; ompraten; omverpraten; ontraden; overhalen; overreden; overtuigen
empêcher afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden afweren; belemmeren; beletten; dwarsbomen; dwarsliggen; hinderen; obstructie plegen; onmogelijk maken; pareren; storen; tegenwerken; verhinderen; voorkomen; voorkómen; weren
retenir afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden achterhouden; afhouden; aftrekken; bedaren; bedwingen; beet hebben; beheersen; bemantelen; beteugelen; blijven staan; charteren; dwarsbomen; dwarsliggen; geen afstand doen van; gevangen zetten; handhaven; houden; huren; in bedwang houden; in de cel zetten; in mindering brengen; inhouden; interneren; intomen; isoleren; matigen; naar zich toe trekken; niet laten gaan; onderdrukken; onthouden; opnemen; opslaan; opsluiten; reserveren; stand houden; stilhouden; stilstaan; stoppen; tegenwerken; terughouden; vasthebben; vasthouden; vastzetten; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verrekenen; versluieren; verstoppen; voorbehouden; wegstoppen
stopper afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden aflopen; afsluiten; afzetten; beslissen; besluiten; beëindigen; dwarsbomen; dwarsliggen; een einde maken aan; eindigen; halt houden; halthouden; ophouden; remmen; stilzetten; stoppen; stopzetten; tegenhouden; tegenwerken; tot staan brengen; tot stilstand brengen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voorbijgaan

Related Translations for ervanaf houden