Dutch

Detailed Translations for netjes from Dutch to French

netjes:

netjes adv

  1. netjes (gereinigd; zuiver; gekuist)
  2. netjes (keurig; gepast)
  3. netjes (decent; fatsoenlijk; eerbaar; welvoeglijk; manierlijk)
  4. netjes (welgemanierd; beschaafd; fatsoenlijk; welopgevoed)
  5. netjes (zorgvuldig; keurig; proper)
  6. netjes (opgeruimd; ordelijk; schoon)
  7. netjes (ordentelijk; fatsoenlijk)

Translation Matrix for netjes:

NounRelated TranslationsOther Translations
bien activa; bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
bienséance betamelijkheid; eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; fatsoensnormen; gepastheid; keurigheid; kiesheid; netheid; voegzaamheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
civilisé beschaafde
franc franc; frank
rangée cyclus; reeks; rijtje; serie; tijdkring
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
net gekuist; gereinigd; keurig; netjes; proper; zorgvuldig; zuiver aanschouwelijk; begrijpelijk; direct; duidelijk; eenduidig; fel; hanig; helder; herkenbaar; hygienisch; kuis; netto; onbelast; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; pinnig; proper; pure; recht door zee; regelrecht; rein; scherp; schoon; sec; snibbig; vinnig; vlijmend; zindelijk; zuiver; zuivere
respectable deugdzaam; eerzaam; zedig
- behoorlijk; beleefd; fatsoenlijk; keurig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
approprié gepast; keurig; netjes adequaat; billijk; correct; gepast; geschikt; geëigend; goed; juist; passend; precies; redelijk; schappelijk; toepasbaar; toepasselijk; treffend
avec raison decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk billijk; eerlijk; fair; geschikt; redelijk; schappelijk
avec soin keurig; netjes; proper; zorgvuldig angstvallig; consciëntieus; gewetensvol; met zorg; nauwlettend; scrupuleus; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
avec équité decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk eerlijk; fair
bien gekuist; gereinigd; netjes; zuiver aanlokkelijk; aardig; akkoord; behoorlijk; behoorlijke; bevallig; braaf; deugdzaam; erg; heerlijk; hemels; in hoge mate; in orde; knap; kostelijk; lekker; leuk; lief; mee eens; mooi; overheerlijk; reuzelekker; schoon; smakelijk; sympathiek; verlokkend; verreweg; verrukkelijk; voorbeeldig; welgemaakt; zalig; zoet
bien rangé keurig; netjes; proper; zorgvuldig
bien élevé beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed beleefd; beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; goed opgevoed; ontwikkeld; voorkomend; wellevend; welopgevoed
bienséance decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk
civilisé beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed beleefd; beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; ontwikkeld; voorkomend; wellevend; welopgevoed
clair gekuist; gereinigd; netjes; zuiver aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; begrijpelijk; bevatbaar; bevattelijk; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; eenduidig; frappant; geprononceerd; glasachtig; glashelder; glazig; hel; helder; herkenbaar; in het oog lopend; in het oog springend; inzichtelijk; klaar; klare; kristalhelder; licht; markant; niet donker; onbewolkt; ondubbelzinnig; onknap; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; overzichtelijk; saillant; transparant; treffend; uitgesproken; verhelderend; verstaanbaar
comme il faut beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed adequaat; beleefd; beschaafd; betamelijk; braaf; eerlijk; fideel; gemanierd; gepast; geschikt; juist; naar behoren; openhartig; oprecht; passend; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig; voorkomend; welgevoeglijk; wellevend; welopgevoed; welvoeglijk
convenable beschaafd; decent; eerbaar; fatsoenlijk; gepast; keurig; manierlijk; netjes; ordentelijk; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk aangenaam; aanzienlijk; aardig; adequaat; attent; behoorlijke; behulpzaam; betamelijk; billijk; deftig; deugdzaam; eerzaam; elegant; fier; gepast; gepaste; geschikt; geschikte; geëigend; goedaardig; goedhartig; goedschiks; hebbelijk; hulpvaardig; indrukwekkend; juist; majestueus; naar behoren; nobel; parmant; parmantig; passend; passende; plechtig; plechtstatig; plezierig; redelijk; redelijke; schappelijk; sierlijk; statig; tamelijke; tof; trots; voegzaam; voorkomend; vorstelijk; vriendelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk; zachtaardig; zedig
convenablement decent; eerbaar; fatsoenlijk; gepast; keurig; manierlijk; netjes; ordentelijk; welvoeglijk aanzienlijk; betamelijk; billijk; deftig; deugdzaam; eerzaam; fier; gepast; geschikt; gevoeglijk; geëigend; hebbelijk; indrukwekkend; majestueus; naar behoren; nobel; parmant; parmantig; passend; plechtig; plechtstatig; redelijk; schappelijk; statig; trots; voegzaam; vorstelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk; zedig
correct beschaafd; decent; eerbaar; fatsoenlijk; gepast; keurig; manierlijk; netjes; ordentelijk; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk correct; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; foutloos; goed; hebbelijk; juist; juiste; keurig; kies; krek; loepzuiver; naar behoren; net; onberispelijk; onbesproken; perfect; precies; respectabel; volmaakt; zedig
courtois beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed attent; beleefd; beschaafd; galant; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; hoffelijk; hoofs; ontwikkeld; op een aardige manier; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; wellevend; welopgevoed
cultivé beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed beleefd; belezen; beschaafd; erudiet; geciviliseerd; gecultiveerd; geleerd; geletterd; gemanierd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; ontgonnen; ontwikkeld; slim; voorkomend; wellevend; welopgevoed; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
de bonne foi decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk echt; eerlijk; fair; fideel; menens; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; rondborstig; ronduit; trouwhartig
décemment decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; ordentelijk; welvoeglijk gevoeglijk; naar behoren
décent beschaafd; decent; eerbaar; fatsoenlijk; gepast; keurig; manierlijk; netjes; ordentelijk; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk adequaat; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; gepast; geschikt; juist; keurig; kies; kuis; naar behoren; passend; proper; respectabel; schoon; zedig; zindelijk
franc decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk benaderbaar; brutaal; cru; echt; eerlijk; fair; fideel; frank; genaakbaar; menens; met open vizier; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbevangen; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; stoutmoedig; toegankelijk; trouwhartig; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijmoedig; vrijpostig; vrijuit; waar; waarachtig; werkelijk
franchement decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk brutaal; cru; eerlijk; fair; fideel; gewoonweg; gulweg; klinkklaar; met open vizier; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; rechtschapen; rechttoe rechtaan; regelrecht; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; stoutmoedig; trouwhartig; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijmoedig; vrijpostig; vrijuit; waar; waarachtig; werkelijk
honnête decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; braaf; cru; degelijk; deugdelijk; deugdzaam; echt; eerbaar; eerlijk; fair; fideel; gedegen; geschikt; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; kuis; lief; menens; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; plezierig; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; tof; trouwhartig; van goede hoedanigheid; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zedig; zoet
honnêtement decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk cru; eerbaar; eerlijk; fair; kuis; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan; zedig
nettoyé keurig; netjes; proper; zorgvuldig gepoetst; gepolijst; opgepoetst; proper; schoon; zuiver
ordonné keurig; netjes; proper; zorgvuldig bevolen; georderd; gerangschikt; opgedragen; opgeruimd; ordelijk; ordelijk gemaakt; proper; schoon; zindelijk
poli beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed afgeslepen; attent; beleefd; beschaafd; galant; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; gepoetst; gepolijst; geslepen; gladgemaakt; gladgeslepen; hoffelijk; ontwikkeld; op een aardige manier; opgepoetst; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; wellevend; welopgevoed
propre beschaafd; fatsoenlijk; gekuist; gereinigd; keurig; netjes; proper; welgemanierd; welopgevoed; zorgvuldig; zuiver beleefd; beschaafd; brandschoon; gemanierd; hygienisch; hygiënisch; karakteristiek; kenmerkend; kuis; maagdelijk; net; onbevlekt; onschuldig; proper; puur; rein; schoon; smetteloos; tekenend; typerend; typisch; vlekkeloos; voorkomend; wellevend; welopgevoed; zindelijk; zuiver
proprement gekuist; gereinigd; netjes; zuiver hygienisch; hygiënisch; kuis; proper; rein; schoon; zuiver
rangé keurig; netjes; proper; zorgvuldig gerangschikt; opgeruimd; ordelijk; ordelijk gemaakt
rangée netjes; opgeruimd; ordelijk; schoon
respectable beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed aanmerkelijk; aanzienlijk; achtbaar; achtenswaardig; beduidend; befaamd; behoorlijk; eerbaar; eerbiedwaardig; eerbiedwekkend; eerzaam; enorm; fantastisch; flink; formidabel; fors; geacht; geducht; geweldig; hebbelijk; hooggeplaatst; hooggezeten; in hoge mate; indrukwekkend; keurig; kies; prachtig; prominent; respectabel; vooraanstaand; vooraanstaande
sincère decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk bedoeld; diep; echt; eerlijk; ernstig; fair; fideel; gemeend; goedbedoeld; hartgrondig; innig; intens; menens; ongeveinsd; open; openhartig; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rondborstig; ronduit; serieus; trouwhartig; van harte; vol ernst; volmondig; waar; waarachtig; waarheidlievend; waarheidslievend; welgemeend; werkelijk; werkelijk menend
soigné keurig; netjes; proper; zorgvuldig accuraat; angstvallig; beleefd; beschaafd; chic; consciëntieus; elegant; esthetisch; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; gewetensvol; grondig; met zorg; modieuze verfijning; nauwlettend; net; onderhouden; ontwikkeld; precies; scrupuleus; secuur; smaakvol; stijlvol; stipt; verfijnd; verzorgd; voorkomend; voorzichtig; wellevend; welopgevoed; zorgvuldig
séant decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk
vertueusement decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk deugdzaam; eerzaam; zedig
vertueux decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk braaf; deugdzaam; eerbaar; eerlijk; eerzaam; fideel; kuis; lief; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig; voorbeeldig; zedig; zoet
équitable decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk billijk; braaf; eerlijk; fair; gewettigd; rechtgeaard; rechtmatig; rechtschapen; rechtvaardig; wetmatig; wettig

Related Words for "netjes":


Synonyms for "netjes":


Antonyms for "netjes":


Related Definitions for "netjes":

  1. met goede manieren, zoals het hoort1
    • hij heeft me netjes behandeld1
  2. verzorgd en keurig1
    • hij was netjes gekleed1


net:

net [de ~ (m)] nom

  1. de net (netwerk)
    le réseau; le filet; la chaîne; le treillis; l'antenne
  2. de net (televisiekanaal)
    la chaîne; l'antenne

Translation Matrix for net:

NounRelated TranslationsOther Translations
antenne net; netwerk; televisiekanaal antenne; spriet; voelhoren; voelspriet
chaîne net; netwerk; televisiekanaal aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; halsketting; halssieraad; halssnoer; keten; ketting; kettinkje; kluister; schering; sneeuwketting; snoer; tekenreeks
filet net; netwerk beheer; bestuur; bies; directie; draad; elektriciteitsdraad; filet; filetstuk; garen; geleiding; haasfilet; haasje; hechtdraad; kabel; kabelleiding; leiding; sliert; slingervormig ding; snoer; snoertje; strook; tennisnet; tongriem; valnet
juste eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
réseau net; netwerk elektriciteitsnet; hoogspanningsnet; lichtnet; netwerk
treillis net; netwerk afrastering; grendels; hekwerk; omheining; omrastering; raster; rastering; rasterwerk; rooster; schutting
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- exact; laatst; nauw; precies
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- nauwelijks; onlangs; zojuist
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
- pas
ModifierRelated TranslationsOther Translations
consciencieusement accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; bindend; conscientieus; consciëntieus; dwingend; exact; fundamenteel; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; plichtsgetrouw; precies; ragfijn; scrupuleus; secuur; streng; strikt; stringent; vol zorg; voorzichtig; wezenlijk; zorgvuldig; zorgzaam
consciencieux accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; bindend; consciëntieus; dwingend; exact; fundamenteel; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; plichtsgetrouw; precies; ragfijn; scrupuleus; secuur; streng; strikt; stringent; vol zorg; voorzichtig; wezenlijk; zorgvuldig; zorgzaam
correct juist; krek; net; precies beschaafd; correct; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; foutloos; gepast; goed; hebbelijk; juist; juiste; keurig; kies; loepzuiver; manierlijk; naar behoren; netjes; onberispelijk; onbesproken; ordentelijk; perfect; precies; respectabel; volmaakt; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk; zedig
correctement juist; krek; net; precies correct; goed; juist; precies
de justesse net; nog maar pas op het nippertje; rakelings; ternauwernood
exact accuraat; juist; krek; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; bindend; conscientieus; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; klemmend; kloppend; met klem; met nadruk; minutieus; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; uitdrukkelijk; uitgerekend; voorzichtig; waar; zorgvuldig
exactement juist; krek; net; precies accuraat; bindend; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; met een scherp oog; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; zorgvuldig
il y a un instant daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet
juste daarnet; juist; krek; net; pas; precies; zojuist; zonet aannemelijk; beslist; braaf; chagrijnig; correct; degelijk; eerlijk; eng; fair; feitelijk; geconcentreerd; gefundeerd; gegrond; geheid; geldig; gewis; goed; grondig; heus; ingespannen; integer; juist; kloppend; knorrig; korzelig; krap; logisch; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; nog maar; nors; nurks; onbesproken; onkreukbaar; op goede gronden steunend; precies; rakelings; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reëel; solide; steekhoudend; stellig; strak; ternauwernood; uitgerekend; valabel; valide; van sterk gehalte; vast; vast en zeker; verdiept; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zorgvuldig
justement juist; krek; net; precies juist; kloppend; precies; terecht; uitgerekend; waar
minutieusement accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; bindend; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; met een scherp oog; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onvermurwbaar; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; voorzichtig; zorgvuldig
minutieux accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; bindend; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onvermurwbaar; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; voorzichtig; zorgvuldig
propre kuis; net; rein; schoon beleefd; beschaafd; brandschoon; fatsoenlijk; gekuist; gemanierd; gereinigd; hygienisch; hygiënisch; karakteristiek; kenmerkend; keurig; kuis; maagdelijk; netjes; onbevlekt; onschuldig; proper; puur; rein; schoon; smetteloos; tekenend; typerend; typisch; vlekkeloos; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; zindelijk; zorgvuldig; zuiver
précis accuraat; juist; krek; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; bindend; conscientieus; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; juist; klemmend; met klem; met nadruk; minutieus; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; omlijnd; precies; ragfijn; secuur; streng; strikt; stringent; trefzeker; uitdrukkelijk; voorzichtig; zorgvuldig
précisément juist; krek; net; precies accuraat; bindend; conscientieus; correct; dwingend; exact; gedetailleerd; goed; juist; klemmend; met klem; met nadruk; minutieus; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; streng; strikt; stringent; uitdrukkelijk; zorgvuldig
récemment daarnet; juist; net; nog maar pas; pas; zojuist; zonet kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
scrupuleusement accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; conscientieus; consciëntieus; gewetensvol; klemmend; met klem; met nadruk; met zorg; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; uitdrukkelijk; voorzichtig; zorgvuldig
scrupuleux accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; conscientieus; consciëntieus; gewetensvol; integer; klemmend; met klem; met nadruk; met zorg; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onbesproken; onkreukbaar; precies; rechtschapen; scrupuleus; secuur; uitdrukkelijk; voorzichtig; zorgvuldig
soigneusement accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; correct; gedetailleerd; goed; grondig; juist; met een scherp oog; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
soigneux accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; bindend; conscientieus; consciëntieus; dwingend; exact; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; streng; strikt; stringent; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
soigné accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig angstvallig; beleefd; beschaafd; chic; consciëntieus; elegant; esthetisch; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; gewetensvol; grondig; keurig; met zorg; modieuze verfijning; nauwlettend; netjes; onderhouden; ontwikkeld; proper; scrupuleus; smaakvol; stijlvol; verfijnd; verzorgd; voorkomend; voorzichtig; wellevend; welopgevoed; zorgvuldig
tout juste net; nog maar pas amper; bijna geen; eng; haast geen; krap; met weinig ruimte; nauw; nauwelijks; op het nippertje; rakelings; ternauwernood
tout à l'heure daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet aanstonds; direct; juist; later; naderhand; straks; terstond; weldra; zo; zo meteen; zojuist; zometeen; zonet; zoëven
vigilant accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig aandachtig; ad rem; alert; hoede; oplettend; opmerkzaam; paraat; slagvaardig; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wakker; zorgvuldig
à l'instant daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet dadelijk; direct; juist; momenteel; nou; nu; ogenblikkelijk; onverwijld; op dit moment; tegenwoordig; zo meteen; zojuist; zonet; zoëven

Related Words for "net":


Synonyms for "net":


Antonyms for "net":


Related Definitions for "net":

  1. nog maar korte tijd (geleden)1
    • hij is net in dienst bij die baas1
  2. zonder afwijkingen naar boven of beneden1
    • ik eet net zoveel als jij1
  3. aantal wegen of kanalen die elkaar kruisen1
    • er loopt een net van wegen door de polder1
  4. schoon en verzorgd1
    • Joop is een nette jongen1
  5. televisiezender1
    • op het eerste net is een mooie film1
  6. van garen geknoopt voorwerp met gaten1
    • hij gebruikt een net om te vissen1

Wiktionary Translations for net:

net
Cross Translation:
FromToVia
net réseau grid — electricity delivery system
net juste; simplement just — only, simply, merely
net venir de just — recently
net net; ordonné neat — tidy, free from dirt
net filet net — device for catching fish, butterflies etc.
net réseau net — interconnecting system
net convenable; exact; juste; propre proper — following the established standards of behavior or manners