Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verwerpen:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for verwerpen:
    • rejetter


Dutch

Detailed Translations for verwerpen from Dutch to French

verwerpen:

verwerpen adj

  1. verwerpen (afwijzend; weigerachtig; terugwijzend)

verwerpen verbe (verwerp, verwerpt, verwierp, verwierpen, verworpen)

  1. verwerpen (afwijzen; afkeuren; afstemmen)
    désapprouver; condamner; repousser
    • désapprouver verbe (désapprouve, désapprouves, désapprouvons, désapprouvez, )
    • condamner verbe (condamne, condamnes, condamnons, condamnez, )
    • repousser verbe (repousse, repousses, repoussons, repoussez, )
  2. verwerpen (wegstemmen; afwijzen; verweren; )
    rejeter; blackbouler; renvoyer par un vote; repousser; mettre en minorité
    • rejeter verbe (rejette, rejettes, rejetons, rejetez, )
    • blackbouler verbe
    • repousser verbe (repousse, repousses, repoussons, repoussez, )

Conjugations for verwerpen:

o.t.t.
  1. verwerp
  2. verwerpt
  3. verwerpt
  4. verwerpen
  5. verwerpen
  6. verwerpen
o.v.t.
  1. verwierp
  2. verwierp
  3. verwierp
  4. verwierpen
  5. verwierpen
  6. verwierpen
v.t.t.
  1. heb verworpen
  2. hebt verworpen
  3. heeft verworpen
  4. hebben verworpen
  5. hebben verworpen
  6. hebben verworpen
v.v.t.
  1. had verworpen
  2. had verworpen
  3. had verworpen
  4. hadden verworpen
  5. hadden verworpen
  6. hadden verworpen
o.t.t.t.
  1. zal verwerpen
  2. zult verwerpen
  3. zal verwerpen
  4. zullen verwerpen
  5. zullen verwerpen
  6. zullen verwerpen
o.v.t.t.
  1. zou verwerpen
  2. zou verwerpen
  3. zou verwerpen
  4. zouden verwerpen
  5. zouden verwerpen
  6. zouden verwerpen
diversen
  1. verwerp!
  2. verwerpt!
  3. verworpen
  4. verwerpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwerpen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
blackbouler afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
condamner afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen aanrekenen; aanwrijven; afkeuren; berechten; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; verdoemen; veroordelen; veroordelen tot de hel; vervolgen; verwijten; vonnissen; voor de voeten gooien; voorhouden
désapprouver afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen afkeuren; veroordelen
mettre en minorité afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
rejeter afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen abstineren; afschepen; afschuiven; afslaan; afweren; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; declineren; laten passeren; onthouden; spruiten; teruggooien; terugwerpen; uitschieten; uitschieten plantkunde; verdedigen; versmaden; verstoten; vertikken; verwaarlozen; verweren; wegcijferen; wegsturen; weigeren; weren
renvoyer par un vote afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
repousser afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen abstineren; afduwen; afhouden; afnemen; afschepen; afschrikken; afslaan; afweren; afwijzen; afwimpelen; afzonderen; bang maken; bedanken; buitensluiten; ecarteren; evacueren; laten passeren; leegruimen; lichten; onthouden; ontruimen; opduwen; opschorten; opschuiven; plaats maken; rekken; schuivend verplaatsen; terugdrijven; terugdringen; terughouden; uitsluiten; uitstellen; verdedigen; verplaatsen; verschrikken; verschuiven; versmaden; verstoten; vertragen; vervreemden; verweren; verwijderen; verzetten; voor zich uitschuiven; wegbrengen; wegdoen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghalen; wegnemen; wegschuiven; wegsturen; wegwerken; weren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
refusant afwijzend; terugwijzend; verwerpen; weigerachtig
rejetant afwijzend; terugwijzend; verwerpen; weigerachtig

Wiktionary Translations for verwerpen:

verwerpen
verb
  1. afwijzen
  2. wraken
  3. verstoten
verwerpen
verb
  1. violer, transgresser, ne pas respecter, parler d’un traité, d’une loi, d’un privilège, d’une ordonnance, d’une règle, etc.
  2. rejeter une demande, ne pas accorder ce qui demander ; ne pas vouloir faire ce qui est exiger, prescrire, ordonné.
  3. Traductions à trier suivant le sens
  4. Pousser en arrière, rejeter ; faire reculer quelqu’un, écarter de soi quelque chose.

Cross Translation:
FromToVia
verwerpen refuser; rejeter; décliner ablehnen — zu etwas nein sagen; etwas zurückweisen oder missbilligen
verwerpen rejeter reject — refuse to accept