Dutch

Detailed Synonyms for overdenken in Dutch

overdenken:

overdenken verbe (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)

  1. overdenken
    beschouwen; overwegen; overdenken; afwegen
    • beschouwen verbe (beschouw, beschouwt, beschouwde, beschouwden, beschouwd)
    • overwegen verbe (overweeg, overweegt, overwoog, overwogen, overwogen)
    • overdenken verbe (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)
    • afwegen verbe (weeg af, weegt af, woog af, wogen af, afgewogen)
  2. overdenken
    overdenken; consideren; afwegen; beraden; iets overwegen
  3. overdenken
    beschouwen; nadenken; overdenken; overpeinzen; bedenken; bespiegelen; peinzen
    • beschouwen verbe (beschouw, beschouwt, beschouwde, beschouwden, beschouwd)
    • nadenken verbe (denk na, denkt na, dacht na, dachten na, nagedacht)
    • overdenken verbe (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)
    • overpeinzen verbe (overpeins, overpeinst, overpeinsde, overpeinsden, overpeinsd)
    • bedenken verbe (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • bespiegelen verbe (bespiegel, bespiegelt, bespiegelde, bespiegelden, bespiegeld)
    • peinzen verbe (peins, peinst, peinsde, peinsden, gepeinsd)
  4. overdenken
    overwegen; afwegen; overdenken
    • overwegen verbe (overweeg, overweegt, overwoog, overwogen, overwogen)
    • afwegen verbe (weeg af, weegt af, woog af, wogen af, afgewogen)
    • overdenken verbe (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)

Conjugations for overdenken:

o.t.t.
  1. overdenk
  2. overdenkt
  3. overdenkt
  4. overdenken
  5. overdenken
  6. overdenken
o.v.t.
  1. overdacht
  2. overdacht
  3. overdacht
  4. overdachten
  5. overdachten
  6. overdachten
v.t.t.
  1. heb overdacht
  2. hebt overdacht
  3. heeft overdacht
  4. hebben overdacht
  5. hebben overdacht
  6. hebben overdacht
v.v.t.
  1. had overdacht
  2. had overdacht
  3. had overdacht
  4. hadden overdacht
  5. hadden overdacht
  6. hadden overdacht
o.t.t.t.
  1. zal overdenken
  2. zult overdenken
  3. zal overdenken
  4. zullen overdenken
  5. zullen overdenken
  6. zullen overdenken
o.v.t.t.
  1. zou overdenken
  2. zou overdenken
  3. zou overdenken
  4. zouden overdenken
  5. zouden overdenken
  6. zouden overdenken
en verder
  1. is overdacht
  2. zijn overdacht
diversen
  1. overdenk!
  2. overdenkt!
  3. overdacht
  4. overdenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze