Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. systematiseren:


Dutch

Detailed Synonyms for systematiseren in Dutch

systematiseren:

systematiseren verbe (systematiseer, systematiseert, systematiseerde, systematiseerden, gesystematiseerd)

  1. systematiseren
    ordenen; indelen; groeperen; arrangeren; systematiseren
    • ordenen verbe (orden, ordent, ordende, ordenden, geordend)
    • indelen verbe (deel in, deelt in, deelde in, deelden in, ingedeeld)
    • groeperen verbe (groepeer, groepeert, groepeerde, groepeerden, gegroepeerd)
    • arrangeren verbe (arrangeer, arrangeert, arrangeerde, arrangeerden, gearrangeerd)
    • systematiseren verbe (systematiseer, systematiseert, systematiseerde, systematiseerden, gesystematiseerd)

Conjugations for systematiseren:

o.t.t.
  1. systematiseer
  2. systematiseert
  3. systematiseert
  4. systematiseren
  5. systematiseren
  6. systematiseren
o.v.t.
  1. systematiseerde
  2. systematiseerde
  3. systematiseerde
  4. systematiseerden
  5. systematiseerden
  6. systematiseerden
v.t.t.
  1. heb gesystematiseerd
  2. hebt gesystematiseerd
  3. heeft gesystematiseerd
  4. hebben gesystematiseerd
  5. hebben gesystematiseerd
  6. hebben gesystematiseerd
v.v.t.
  1. had gesystematiseerd
  2. had gesystematiseerd
  3. had gesystematiseerd
  4. hadden gesystematiseerd
  5. hadden gesystematiseerd
  6. hadden gesystematiseerd
o.t.t.t.
  1. zal systematiseren
  2. zult systematiseren
  3. zal systematiseren
  4. zullen systematiseren
  5. zullen systematiseren
  6. zullen systematiseren
o.v.t.t.
  1. zou systematiseren
  2. zou systematiseren
  3. zou systematiseren
  4. zouden systematiseren
  5. zouden systematiseren
  6. zouden systematiseren
en verder
  1. ben gesystematiseerd
  2. bent gesystematiseerd
  3. is gesystematiseerd
  4. zijn gesystematiseerd
  5. zijn gesystematiseerd
  6. zijn gesystematiseerd
diversen
  1. systematiseer!
  2. systematiseert!
  3. gesystematiseerd
  4. systematiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze