Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Zimmerwirtin:
    • Wiktionary:
      Zimmerwirtin → hospita


German

Detailed Translations for Zimmerwirtin from German to Dutch

Zimmerwirtin: (*Using Word and Sentence Splitter)


Wiktionary Translations for Zimmerwirtin:

Zimmerwirtin
noun
  1. een vrouw die een of meer kamers in haar eigen woonhuis ter beschikking stelt aan een kostganger of commensaal