Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: voraus zahlen

German and Dutch Search Results for: voraus zahlen

Summary

German to Dutch: more detail...

voraus zahlen:
- Wiktionary:
  voraus zahlen → vooruitbetalen

German

Detailed Translations for voraus zahlen from German to Dutch

voraus zahlen: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

vor: voor
aus: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; gedaan; beëindigd; gepleegd; eruit
Zahlen: voldoen; betalen; dokken
Zählen: tellen; tel
zahlen: voldoen; betalen; vereffenen; aanzuiveren; nabetalen
zählen: tellen; passen; aftellen; geld afpassen

Spelling Suggestions for: voraus zahlen

Vorauszahlung; Vorauszahlung %

Wiktionary Translations for voraus zahlen:

voraus zahlen

verb

iets van tevoren betalen
- vooruitbetalen → voraus zahlen

External Machine Translations:

Related Translations for voraus zahlen