Summary
German to Dutch: more detail...
- übergeben:
- Übergeben:
-
Wiktionary:
- übergeben → overhandigen
- übergeben → overgeven, braken, kotsen, schenken, geven, doneren, aandoen, aandraaien, aansteken, schakelen, inschakelen, aanbotsen, geduwd worden, zich stoten, aangeven, aanreiken, doorbrengen, verdrijven, uitgaan, uitkomen, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, opbrengen, toebrengen, toekennen, verlenen, overzetten, translateren, vertalen
German
Detailed Translations for übergeben from German to Dutch
übergeben:
-
übergeben (erbrechen; kotzen; spucken; herauswürgen; sich übergeben; speien; sich erbrechen; ergeben)
-
übergeben (übertragen; delegieren)
-
übergeben (überlassen; abtreten; abgeben; abstehen)
-
übergeben (aufgeben; ergeben; überliefern)
-
übergeben (kaitulieren; ausliefern; aushändigen)
-
übergeben (speien; spucken; brechen; erbrechen; kotzen; sich erbrechen; sich übergeben)
Conjugations for übergeben:
Präsens
- übergebe
- übergibst
- übergibt
- übergeben
- übergebt
- übergeben
Imperfekt
- übergab
- übergabst
- übergab
- übergaben
- übergabt
- übergaben
Perfekt
- habe übergegeben
- hast übergegeben
- hat übergegeben
- haben übergegeben
- habt übergegeben
- haben übergegeben
1. Konjunktiv [1]
- übergebe
- übergebest
- übergebe
- übergeben
- übergebet
- übergeben
2. Konjunktiv
- übergäbe
- übergäbest
- übergäbe
- übergäben
- übergäbest
- übergäben
Futur 1
- werde übergeben
- wirst übergeben
- wird übergeben
- werden übergeben
- werdet übergeben
- werden übergeben
1. Konjunktiv [2]
- würde übergeben
- würdest übergeben
- würde übergeben
- würden übergeben
- würdet übergeben
- würden übergeben
Diverses
- übergeb!
- übergebt!
- übergeben Sie!
- übergegeben
- übergebend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Translation Matrix for übergeben:
Synonyms for "übergeben":
Wiktionary Translations for übergeben:
übergeben
Cross Translation:
verb
-
in de handen van een ander geven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• übergeben | → overgeven | ↔ hand over — to relinquish control or possession |
• übergeben | → overgeven; braken; kotsen | ↔ vomit — to regurgitate the contents of a stomach |
• übergeben | → schenken; geven; doneren; aandoen; aandraaien; aansteken; schakelen; inschakelen; aanbotsen; geduwd worden; zich stoten; aangeven; aanreiken; doorbrengen; verdrijven; uitgaan; uitkomen; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; opbrengen; toebrengen; toekennen; verlenen | ↔ donner — Faire un don ; transférer, sans rétribution, la propriété d’une chose que l’on posséder ou dont on jouir, à une autre personne. |
• übergeben | → overzetten; translateren; vertalen | ↔ traduire — Faire la traduction d’un texte ou de paroles ou de tout document depuis une langue vers une autre langue. |
Übergeben:
-
Übergeben (bereitstellen; vermitteln; verschaffen)
ter beschikking stellen-
ter beschikking stellen verbe (stel ter beschikking, stelt ter beschikking, stelde ter beschikking, stelden ter beschikking, ter beschikking gesteld)
-
Translation Matrix for Übergeben:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ter beschikking stellen | bereitstellen; vermitteln; verschaffen; Übergeben |
Synonyms for "Übergeben":
External Machine Translations: