German
Detailed Translations for Fallgatter from German to Dutch
Fallgatter: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Fall: naamval; geval; casus; probleemgeval; punt; kwestie; issue; val; ondergang; teloorgang; tenondergang; standpunt; perspectief; invalshoek; oogpunt; gezichtspunt; gezichtshoek; zienswijs; verderf; klap; knal; kwak; instorting; dreun; smak; debacle; ineenstorting; ineenzakking
- Gatter: hek; afscheiding; hekwerk; schutting
Wiktionary Translations for Fallgatter:
Fallgatter
Cross Translation:
noun
-
Architektur: ein Gitter aus starken unten zugespitzten Balken, das als Zugangssperre auf Toreingänge herabgelassen werden kann
- Fallgatter → valhek
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Fallgatter | → valhek | ↔ portcullis — gate in the form of a grating |