German
Detailed Translations for Krankenfahrstuhl from German to Dutch
Krankenfahrstuhl: (*Using Word and Sentence Splitter)
- kränken: kwetsen; pijn doen; krenken; grieven; zeer doen; verwonden; blesseren; bezeren; aantasten; bezoedelen; eer door het slijk halen; benadelen; schaden; duperen; kwaadspreken; lasteren; belasteren; schade berokkenen; smaden; schade toebrengen aan; nadeel toebrengen; leed berokkenen
- Fahrstuhl: lift
Wiktionary Translations for Krankenfahrstuhl:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Krankenfahrstuhl | → rolstoel | ↔ fauteuil roulant — matériel destiné au déplacement des personnes à mobilité réduite ou paralysées. |