Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: anberaumen

German and Dutch Search Results for: anberaumen

Summary

German to Dutch: more detail...

Anberaumen:
- vaststellen; bepalen
Wiktionary:
- anberaumen → aandoen, aanrichten, stichten, teweegbrengen, veroorzaken, determineren, nauwkeurig bepalen, belezen, bewegen, doen besluiten, overhalen

German

Detailed Translations for anberaumen from German to Dutch

anberaumen:

Synonyms for "anberaumen":

anordnen; ansetzen; einberufen; festsetzen

Wiktionary Translations for anberaumen:

Cross Translation:

From	To	Via
• anberaumen	→ aandoen; aanrichten; stichten; teweegbrengen; veroorzaken; determineren; nauwkeurig bepalen; belezen; bewegen; doen besluiten; overhalen	↔ déterminer — fixer les limites de, délimiter précisément.

Anberaumen:

Anberaumen [das ~] nom

Anberaumen (Festsetzen)
vaststellen; bepalen
- vaststellen [znw.] nom
- bepalen [znw.] nom

Translation Matrix for Anberaumen:

Noun	Related Translations	Other Translations
bepalen	Anberaumen; Festsetzen	Anordnen; Vorschreiben
vaststellen	Anberaumen; Festsetzen
Verb	Related Translations	Other Translations
bepalen		ausmachen; bedingen; bestimmen; bestätigen; definieren; determinieren; festlegen; festmachen; festsetzen; feststellen; kennzeichnen; schätzen; taxieren; umschreiben
vaststellen		ausmachen; bedingen; bestimmen; bestätigen; determinieren; festlegen; festmachen; festsetzen; feststellen; identifizieren; konstatieren