Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: ausspionieren

German and Dutch Search Results for: ausspionieren

Summary

German to Dutch: more detail...

ausspionieren:
- Wiktionary:
  ausspionieren → spioneren, bespieden
- Synonyms for "ausspionieren":
  ausbaldowern; auskundschaften; ausspähen; erkunden; orientieren

German

Detailed Translations for ausspionieren from German to Dutch

ausspionieren: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

aus: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; gedaan; beëindigd; gepleegd; eruit
spionieren: bespieden; spioneren; bespioneren; spieden; gluren; stiekem kijken; speuren; neuzen; snuffelen; koekeloeren
Spionieren: bespieding

ausspionieren:

Synonyms for "ausspionieren":

ausbaldowern; auskundschaften; ausspähen; erkunden; orientieren

Wiktionary Translations for ausspionieren:

Cross Translation:

From	To	Via
• ausspionieren	→ spioneren; bespieden	↔ spy — to act as a spy