Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: justieren

German and Dutch Search Results for: justieren

Summary

German to Dutch: more detail...

justieren:
- Wiktionary:
  justieren → bijstellen
  justieren → uitlijnen, aanpassen, instellen
- Synonyms for "justieren":
  ausrichten; eichen; einrichten; einstellen; fluchten; kalibrieren; konfigurieren

German

Detailed Translations for justieren from German to Dutch

Spelling Suggestions for: justieren

postieren; anstieren; austiefen; jurieren; stieren; Justierung; jubilieren

justieren:

Synonyms for "justieren":

ausrichten; eichen; einrichten; einstellen; fluchten; kalibrieren; konfigurieren

Wiktionary Translations for justieren:

justieren

verb

een naar verhouding kleine verandering aanbrengen in de instelling van iets
- bijstellen → anpassen; einstellen; justieren; korrigieren

Cross Translation:

From	To	Via
• justieren	→ uitlijnen	↔ justify — arrange lines on a page or computer screen
• justieren	→ aanpassen; instellen	↔ set — to adjust

External Machine Translations:

Dutch

Detailed Translations for justieren from Dutch to German

justieren: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

jus: Soße; Saft; Fruchtsaft; Fruchtlimonade
tieren: gedeihen; schimpfen; schelten; tosen; wüten; ausfahren; rasen; toben; schallen; brüllen; donnern

Spelling Suggestions for: justieren

jufferen; jureren; juchtleren; jubileren; jubileeren; jeremiëren

External Machine Translations: