Summary
English to Dutch: more detail...
-
gainsay:
-
Wiktionary:
gainsay → loochenen, weerleggen, tegenspreken -
Synonyms for "gainsay":
challenge; dispute; contest; contend; repugn
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for gainsay from English to Dutch
gainsay: (*Using Word and Sentence Splitter)
- gain: verkrijgen; behalen; winnen; leren; opsteken; oppikken; kennis opdoen; meekrijgen; meepikken; product; opbrengst; rendement; uitkomst; oogst; voortbrengsel; winst; baat; profijt; gewin; verwerven; boodschap; aankoop; koop; acquisitie; aanschaf; aanwinst; aangekochte; inhalen; inlopen; gewinnen; aankomen; dikker worden; zwaarder worden
- say: vertellen; zeggen; beschrijven; uiteenzetten; verhalen; mededelen; zeg; inspraak; medezeggenschap
gainsay:
Translation Matrix for gainsay:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | challenge; dispute |
Synonyms for "gainsay":
Related Definitions for "gainsay":
Wiktionary Translations for gainsay:
gainsay
verb
-
to deny; to contradict
- gainsay → loochenen; weerleggen; tegenspreken