English
Detailed Translations for cook out from English to Dutch
cook out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- cook: kok; keukenmeester; koken; kokkerellen; eten bereiden; klaarmaken; bereiden; brouwen; prepareren; iets toebereiden; meid; keukenprinses; keukenmeid; kokkie; kookster; zieden; koken van woede; gaar koken
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
cookout:
Synonyms for "cookout":
Related Definitions for "cookout":
cook out:
Translation Matrix for cook out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | barbecue; barbeque |