Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. disrobe:
  2. Wiktionary:


English

Detailed Translations for disrobe from English to Dutch

disrobe:

disrobe verbe

  1. disrobe (undress; take off; remove one's clothes)
    uittrekken; uitdoen; uitkleden; ontkleden
    • uittrekken verbe (trek uit, trekt uit, trok uit, trokken uit, uitgetrokken)
    • uitdoen verbe (doe uit, doet uit, deed uit, deden uit, uitgedaan)
    • uitkleden verbe (kleed uit, kleedt uit, kleedde uit, kleedden uit, uitgekleed)
    • ontkleden verbe (ontkleed, ontkleedt, ontkleedde, ontkleedden, ontkleed)

Translation Matrix for disrobe:

NounRelated TranslationsOther Translations
uitkleden undressing
VerbRelated TranslationsOther Translations
ontkleden disrobe; remove one's clothes; take off; undress
uitdoen disrobe; remove one's clothes; take off; undress disconnect; extinguish; make out; matter; put out; set out; switch off; turn off; turn out
uitkleden disrobe; remove one's clothes; take off; undress remove one's clothes; undress
uittrekken disrobe; remove one's clothes; take off; undress get undone; pull out; unpick; untie
- discase; peel; strip; strip down; uncase; unclothe; undress

Related Words for "disrobe":


Synonyms for "disrobe":


Antonyms for "disrobe":


Related Definitions for "disrobe":

  1. get undressed1

Wiktionary Translations for disrobe:

disrobe
verb
  1. undress someone or something