Summary
English to Dutch: more detail...
-
oversee:
-
Wiktionary:
oversee → overzien, overschouwen, bekijken
oversee → toezicht houden, besturen, de scepter zwaaien, heersen, regeren, aflezen, checken, controleren, nakijken, surveilleren, toezien, acht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op - User Contributed Translations for oversee:
overzien, overzees, overzee -
Synonyms for "oversee":
supervise; superintend; manage; administer; administrate
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for oversee from English to Dutch
oversee: (*Using Word and Sentence Splitter)
- over: over; overheen; uit; klaar; afgelopen; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; voorbij; gepasseerd; boven; bovenop; erboven; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; omver
- see: zien; kijken; onderscheiden; bekijken; opmerken; staren; aanschouwen; turen; ontwaren; voelen; merken; waarnemen; bemerken; bespeuren; gewaarworden; observeren; gadeslaan; te zien krijgen; bezichtigen; bezien; uit elkaar houden; uiteenhouden; visualiseren
oversee:
Translation Matrix for oversee:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | manage; superintend; supervise |
Synonyms for "oversee":
Related Definitions for "oversee":
Wiktionary Translations for oversee:
oversee
Cross Translation:
verb
-
to survey, look at something in a wide angle
- oversee → overzien; overschouwen
-
to inspect, examine
- oversee → bekijken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• oversee | → toezicht houden; besturen; de scepter zwaaien; heersen; regeren; aflezen; checken; controleren; nakijken; surveilleren; toezien; acht slaan op; letten op; opletten; oppassen; passen op | ↔ surveiller — observer avec attention ; examiner ; contrôler. |