Summary
English to Dutch: more detail...
-
shell out:
The word shell out exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "shell out":
distribute; administer; mete out; deal; parcel out; lot; dispense; deal out; dish out; allot; dole out; give
-
Synonyms for "shell out":
English
Detailed Translations for shell out from English to Dutch
shell out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Shell: Shell
- shell: schelp; schaal; dop; schil; bolster; verpakking; omhulsel; huls; omwindsel; omkleedsel; casco; cascowoning; vel; peul; bom; granaat; explosief; frame; skelet; raamwerk; schulp; bombarderen; vanuit de lucht beschieten; omhulling; chassis; geraamte; behuizing; shell
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
shell out:
Translation Matrix for shell out:
| Other | Related Translations | Other Translations |
| - | fork out; part with |