Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Translate mandataire

Translate mandataire from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

mandataire:
- gevolmachtigde; gemachtigde; gecommitteerde; vertegenwoordiger; afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; representant; zaakgelastigde; procuratiehouder
Wiktionary:
- mandataire → mandataris, gemachtigde, curator, tussenpersoon, vertegenwoordiger

French

Detailed Translations for mandataire from French to Dutch

mandataire:

mandataire [le ~] nom

le mandataire (plenipotentiaire; suppléant; inspecteur; observateur; endossataire)
de gevolmachtigde; de gemachtigde; de gecommitteerde
- gevolmachtigde [de ~] nom
- gemachtigde [de ~] nom
- gecommitteerde [de ~] nom
le mandataire (délégué; représentant; député; fondé de pouvoirs; députée)
de vertegenwoordiger; de afgevaardigde; de gedelegeerde; de gedeputeerde; de representant; de zaakgelastigde; de gecommitteerde
- vertegenwoordiger [de ~ (m)] nom
- afgevaardigde [de ~] nom
- gedelegeerde [de ~] nom
- gedeputeerde [de ~] nom
- representant [de ~ (m)] nom
- zaakgelastigde [de ~] nom
- gecommitteerde [de ~] nom
le mandataire (député; délégué)
de afgevaardigde; de gedeputeerde; de gedelegeerde; de gecommitteerde
- afgevaardigde [de ~] nom
- gedeputeerde [de ~] nom
- gedelegeerde [de ~] nom
- gecommitteerde [de ~] nom
le mandataire
de procuratiehouder
- procuratiehouder [de ~ (m)] nom

Translation Matrix for mandataire:

Noun	Related Translations	Other Translations
afgevaardigde	délégué; député; députée; fondé de pouvoirs; mandataire; représentant	ambassadeur; délegué; délégué; député; parlementaire; représentant
gecommitteerde	délégué; député; députée; endossataire; fondé de pouvoirs; inspecteur; mandataire; observateur; plenipotentiaire; représentant; suppléant
gedelegeerde	délégué; député; députée; fondé de pouvoirs; mandataire; représentant	délegué; député; représentant
gedeputeerde	délégué; député; députée; fondé de pouvoirs; mandataire; représentant	délegué; député; représentant
gemachtigde	endossataire; inspecteur; mandataire; observateur; plenipotentiaire; suppléant	délegué; délégué; député; représentant
gevolmachtigde	endossataire; inspecteur; mandataire; observateur; plenipotentiaire; suppléant
procuratiehouder	mandataire
representant	délégué; député; députée; fondé de pouvoirs; mandataire; représentant	intérimaire; remplaçant; substitut; suppléant
vertegenwoordiger	délégué; député; députée; fondé de pouvoirs; mandataire; représentant	agent commercial; commis-voyageur; démarcheur; intérimaire; remplaçant; représentant; représentant commercial; substitut; suppléant; vendeur
zaakgelastigde	délégué; député; députée; fondé de pouvoirs; mandataire; représentant

Synonyms for "mandataire":

ambassadeur; légat; envoyé; plénipotentiaire; nonce; représentant; émissaire; diplomate; ministre; accrédité; consignataire; commissionnaire; transitaire; gérant; gestionnaire; administrateur; tenancier; délégué; agent; directeur; intermédiaire; médiateur; entremetteur; négociateur; courtier; interprète; truchement; entremise; médiation; commis; parlementaire; député; sénateur; constitutionnel; représentatif; prête-nom; porte-parole; syndic; arbitre; liquidateur

Wiktionary Translations for mandataire:

Cross Translation:

From	To	Via
• mandataire	→ mandataris; gemachtigde; curator	↔ fiduciary — trustee
• mandataire	→ mandataris; tussenpersoon	↔ proxy — agent or substitute authorized to act for another person
• mandataire	→ vertegenwoordiger	↔ representative — one who speaks for another