Dutch
Detailed Translations for vloer from Dutch to German
vloer:
-
de vloer (grond)
Translation Matrix for vloer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Boden | grond; vloer | aarde; aardkorst; akker; bodem; bodemoppervlak; bouwland; eerste laag verf; grond; grondlaag; grondverf; veld; vliering; zolder |
Erde | grond; vloer | aarde; aardkloot; bol; globe; wereld |
Fußboden | grond; vloer | basis; beginsel; fundament; grond; grondgedachte; grondslag; grondstelling; principe; uitgangspunt; vertrekpunt |
Grund | grond; vloer | aanleiding; aarde; aardkorst; akker; basis; basislijn; beginsel; beweegreden; bodem; bodemoppervlak; bouwland; directe oorzaak; drijfveer; fundament; fundering; grond; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; motief; motivatie; oorzaak; principe; reden; uitgangspunt; uitgangsvorm; veld; veronderstelling; vertrekpunt |
Related Words for "vloer":
Related Definitions for "vloer":
Wiktionary Translations for vloer:
vloer
vloer
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vloer | → Boden | ↔ floor — lower part of a room |
• vloer | → Boden; Diele; Dielung; Fußboden | ↔ plancher — ouvrage de charpente fait d’un assemblage de solives, recouvrir de planches former plate-forme sur l’aire d’un rez-de-chaussée, ou séparer deux étages d’un bâtiment. |
vloeren:
-
vloeren (neerslaan; onderuithalen; omslaan)
niederschlagen; zu Boden schlagen; umschlagen; umkippen; auseinandernehmen-
niederschlagen verbe (schlage nieder, schägst nieder, schlägt nieder, schlug nieder, schlugt nieder, niedergeschlagen)
-
zu Boden schlagen verbe
-
auseinandernehmen verbe
-
-
vloeren (iemand neerslaan; omslaan)
umschlagen; hinabstürzen; niederfallen; zu Boden schlagen-
niederfallen verbe (fall nieder, fällst nieder, fällt nieder, fiel nieder, fielt nieder, niedergefallen)
-
zu Boden schlagen verbe
Conjugations for vloeren:
o.t.t.
- vloer
- vloert
- vloert
- vloeren
- vloeren
- vloeren
o.v.t.
- vloerde
- vloerde
- vloerde
- vloerden
- vloerden
- vloerden
v.t.t.
- heb gevloerd
- hebt gevloerd
- heeft gevloerd
- hebben gevloerd
- hebben gevloerd
- hebben gevloerd
v.v.t.
- had gevloerd
- had gevloerd
- had gevloerd
- hadden gevloerd
- hadden gevloerd
- hadden gevloerd
o.t.t.t.
- zal vloeren
- zult vloeren
- zal vloeren
- zullen vloeren
- zullen vloeren
- zullen vloeren
o.v.t.t.
- zou vloeren
- zou vloeren
- zou vloeren
- zouden vloeren
- zouden vloeren
- zouden vloeren
diversen
- vloer!
- vloert!
- gevloerd
- vloerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vloeren:
Related Words for "vloeren":
Wiktionary Translations for vloeren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vloeren | → niederschlagen | ↔ floor — strike down |