Summary
Dutch to German: more detail...
-
een richting op gaan:
-
Wiktionary:
een richting op gaan → ansteuern, auf etwas zusteuern, in eine Richtung gehen
-
Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for een richting op gaan from Dutch to German
een richting op gaan: (*Using Word and Sentence Splitter)
- een: erst; eins; einer; eines; Eins
- richting: Kurs; Richtung
- op: hinauf; herauf; nach oben; fertig; erschöpft; kaputt; ohnmächtig; ermattet; abgespannt; übermüdet; todmüde; hundemüde; halbtot; abgemattet
- gaan: gehen; sich aufmachen; laufen; wandern; spazieren; bummeln; schreiten; spazierengehen; im Schritt gehen; sich fortbewegen; verlassen; abreisen; aufbrechen; wegfahren; fortreisen; wegreisen; seineZelteabbrechen
Wiktionary Translations for een richting op gaan:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • een richting op gaan | → ansteuern; auf etwas zusteuern; in eine Richtung gehen | ↔ head — (intransitive) move in a specified direction |