Dutch

Detailed Translations for gehuil from Dutch to German

gehuil:

gehuil [het ~] nom

  1. het gehuil (gejank; geween)
    der Schluchzen; Jammern; Geheul; Weinen; Geweine
  2. het gehuil (gejammer; geweeklaag)
    Gejammer; Stöhnen; Flehen; Geheul; Gebell; Jammern; Gewinsel; Gewimmer; Geklage; Geächze
  3. het gehuil (wolvengehuil)
    Geheul; Wolfsgeheul

Translation Matrix for gehuil:

NounRelated TranslationsOther Translations
Flehen gehuil; gejammer; geweeklaag bede; gesmeek; smeekbede; smeekgebed; smeken; verzoek
Gebell gehuil; gejammer; geweeklaag geblaf; gekef
Geheul gehuil; gejammer; gejank; geweeklaag; geween; wolvengehuil gebrom; gemopper; misbaar
Gejammer gehuil; gejammer; geweeklaag gebrom; gejammer; gekanker; geklaag; gelamenteer; gemekker; gemopper; gezanik; gezeur; jengel
Geklage gehuil; gejammer; geweeklaag gebrom; gekanker; geklaag; gemekker; gemopper
Geweine gehuil; gejank; geween
Gewimmer gehuil; gejammer; geweeklaag gekerm; gekreun; gesteun
Gewinsel gehuil; gejammer; geweeklaag gekerm; gekreun; gesteun
Geächze gehuil; gejammer; geweeklaag gekerm; gekreun; gesteun
Jammern gehuil; gejammer; gejank; geweeklaag; geween
Schluchzen gehuil; gejank; geween
Stöhnen gehuil; gejammer; geweeklaag gebrom; gekanker; geklaag; gemekker; gemopper
Weinen gehuil; gejank; geween
Wolfsgeheul gehuil; wolvengehuil

Wiktionary Translations for gehuil:


Cross Translation:
FromToVia
gehuil heulen howl — protracted, mournful cry of a dog or a wolf
gehuil Geschrei; Schreien hurlement — Action de hurler.